zondag 8 december 2013

Godfried Bomans: Erik of het kleine insectenboek

Schrijver

Naam: Godfried Bomans
Geboortedatum: 2 maart 1913
Geboorteplaats: Den Haag
Overleden: 22 december
Plaats van overlijden: Bloemendaal
Omschrijving schrijfstijl: komisch, ironie, sprookjesachtig

De katholieke schrijver Godfried Bomans is altijd al geïnteresseerd geweest in schrijven. Zo was hij redacteur van schoolkranten en publiceerde hij korte verhalen. In 1926 ging hij naar het Triniteitslyceum in Overveen waarna hij van 1933 tot 1939 rechten studeerde aan de UvA. Hij wordt later redacteur van het rooms-katholieke studentenblad De Dijk en daarna van het Propia Cures. In 1939 verschijnt zijn offieciele debuut genaamd Memoires of gedenkenschriften van Mr. P. Bas. Bomans verhuist in 1939 naar Nijmegen waar hij Wijsbegeerte en psychologie, omdat de studie Rechten hem niet beviel. Daar schreef hij het boek Erik of het kleine insectenboek en ontmoet hij  Gertrud Maria Verscheure met wie hij in 1944 trouwt. Ze kregen in 1960 een dochter genaamd Eva.

Kenmerkend aan zijn boeken was zijn speelse ironie. Hij had een groot gevoel voor humor die hij in zijn boeken verwerkten. Hoewel Bomans de meest gelezen Nederlandse auteur was, twijfelden de critici aan de literaire waarde van zijn werk.

Bomans' doorbraak was met het boek Erik of het kleine insectenboek die hij eind 1939 schreef in Nijmegen. Hierin verteld hij een verhaal over een klein jongetje genaamd Erik die op een bepaalde nacht wakker in zijn bed ligt. De volgende dag zou hij een toets krijgen over Solms' beknopte Natuurlijke Historie krijgen. Die nacht komt hij in een schilderij terecht in Wollewei. Daar ontmoet hij allerlei insecten zoals de wespenfamilie Vliesvleugel, een hommel, een vlinder enz. Tijdens een veldslag van twee mierenlegers ontwaakt hij. Hij leert dat mensen niet zo veel verschillen van insecten. Hij gebruikt zijn ervaringen in Wollewei om de toets te maken waardoor hij een onvoldoende haalt en zelfs moest nablijven.
Zoals in het begin van het boek wordt geschreven : We zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten.
Hiermee wordt bedoeld dat degene die zich realiseert hoe kort en geweldig het leven is, er alles aan doen om alles uit het leven te halen en alles te koesteren (groot). De overige zijn egoïstische onwetenden en zijn dus ook ongelukkig aangezien zij alleen aan hun zelf denken (klein).

Bronnen:

Lofrede

Ik vond het boek Erik of het kleine insectenboek een grappig en amuserend boek. Wat opmerkelijk was aan het boek is de manier waarop Bomans' het schreef. Zo gebruikte hij veel archaïstische woorden, zo kwam het woord doch vaak in dit verhaal voor. Het maakte het soms moeilijk om het te lezen, maar nadat ik die woorden vertaalden werd het makkelijker. Het leuke en amuserende aan het boek was de ironie en de humor. Zoals het stukje met de worm. Erik legt uit hoe hij eruit zien, omdat de worm niet kan zien. Hij legt uit dat de mens een hoofd, hals, romp, armen en benen heeft. De worm vind dat het allemaal te ingewikkeld in elkaar zit. "Dan vraag ik me toch af waar dat allemaal voor dient,'hernam de worm,'gooi die rommel toch weg, meneer, en word een worm!"  Dit was een voorbeeld uit het boek waarin je die humor terug kon vinden. Dit maakte het boek leuker en dus ook makkelijker om te lezen. Ik ben best kritisch als het gaat om boeken. Ik vind dat de manier van schrijven belangrijker is dan de inhoud. Een bepaald verhaal kun je op verschillende manieren vertellen, maar de manier waarop je het verhaal verteld kan uitmaken of je het een leuk vind.


Hoofdstuk

Erik liep door het hoge gras heen tot hij een lievenheersbeestje zag aanvliegen. Het keek hem met zijn grote ogen aan en begon te praten.
 'Gij lijkt mij niet van hier', zei het beestje.
'Ik ben ook niet van hier', antwoordde Erik. 'Waar komt u dan wel vandaan?', vroeg hij weer. 
'Ik kom uit een land hier ver vandaan', zei Erik en vervolgde,'Wie ben u als ik vragen mag?'
'Ik ben de Heer ven Liefbeestje'
Erik was verward door deze uitspraak en wou verheldering. 'Bedoelt u niet lievenheersbeestje?', vroeg hij.
'Probeert u nu de snaak uit te hangen? Weet u wel tegen wie u spreekt?', antwoordde het beestje verontwaardigd. 
Erik werd rood en probeerde om zich te verontschuldigen. 
'Ik vraag u om verschoning. Het was niet mijn bedoeling om u te kwetsen'
'U bent niet van hier dus ik vergeef u', zei het beestje. Erik merkte op dat Heer ven Liefbeestje aan de ene kant drie stippen had, doch aan de andere kant twee. 
'U hebt vermits 6 stippen. Mag ik u vragen hoe dat komt?', zei hij.
'Dat mag u zeker. Mijn missende stip is gestolen'. Hoe kan dat nou weer, dacht Erik. Je kunt een stip niet stelen. Dat stond niet in Solms' beknopte Natuurlijke Historie, doch hij zei niets over het onmogelijke gestolen stipje. Integendeel, hij deed alsof hij het geloofde. 
'Wie heeft u stip dan wel gestolen?', vroeg Erik. 'Het koninkrijk van de Lief Beestenheren niet ver hiervandaan. Ik vocht eens in een veldslag waar zij de stip van mij hadden afgerukt zonder enige genade.
'Wat als ik uw stip terug kan krijgen', zei hij met als doel om op avontuur te gaan. Het was geen alledaagse dag. Hij is in Wollewei en hij zou niet terugkeren totdat hij een avontuur heeft beleeft. 
'Ik ben de Heer Liefbeest. Als ik mijn stip kon terugkrijgen had ik dat allang gedaan!', zei het beestje arrogant. 'Verder vraag ik me af waarom een gij een schilderachtig heerschap zou willen helpen? Wilt u iets van mij?', vroeg het beestje achterdochtig. 
'Ik wil u alleen maar helpen'
'Niemand helpt een ander zomaar'
'Jawel, waar ik vandaan kom doet iedereen dat'
'Interessant. Dus ik hoef u niet te betalen?', vroeg het beestje.
'Nee, dat hoeft niet'
Erik klom op Heer ven Liefbeest en ze vlogen naar het koninkrijk Lief Beestenheren. Eenmaal aangekomen zien ze twee wachters met zeven stippen. Dit betekend dat ze giftig zijn had Erik geleerd. Het nadelige aan deze informatie is dat het niet volledig is. Lievenheersbeestjes met zeven stippen zijn giftig voor jonge koolmeesjes en niet voor mensen.
'Ik moet oppassen. Ik mag niet in de buurt komen van de wachters', zei Erik bang, omdat hij wist dat ze giftig waren. 
'Doch waarom kunt gij niet in de buurt komen van de wachters?', vroeg het beestje hem. 
'Ze zijn giftig voor mijn soort'
'Hoe komt u aan deze informatie als ik vragen mag?'
'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie', zei hij,'Daarin haal ik al mijn informatie uit van insecten'.
'Is dat de reden waarom u mij over mijn stippen vroeg?'
'Ja meneer Heer ven Liefbeest, vermits we moeten nu uw stip proberen terug te krijgen'
Ze vlogen richting de wachter voor het paleis. Erik maakte een vogelgeluid waarna de wachters vluchtten. Ze liepen het prachtige witte paleis in. Ze liepen richting de voorraadkamer waar Koning Lief Beestenheren al zijn gestolen voorwerpen bewaarde. Heer ven Liefbeest wist dit, omdat Koning Lief Beestenheren een amice was van hem. 
Eenmaal aangekomen bij de voorraadkamer waren er weer wachters. Erik nabauwde het vogelgeluid en de wachters vluchtten weer. Ze opende de kamer en daar lag hij. De zevende stip.
'Oh mijn stip en ik zijn weer herenigd! Kunt u hem voor mij plakken?', vroeg het beestje.
'Het is mij een genoegen', antwoordde Erik en hij plakte de stip op de rug van het beestje.
Toen kwam er een vloeistof op Eriks handen terecht die hij niet opmerkte. Toen hij zijn mond wou afvegen kwam het in zijn mond terecht. 'Welnee!', riep Erik. 'U heeft nu zeven stippen. Dat betekend dat uw vloeistof gif is voor mij! Ik ben vergiftigd!'
'Mijn vloeistof is alleen giftig voor jonge koolmezen. Hoe komt u erbij dat ik u heb vergiftigd?', zei het beestje. Erik dacht na. Dat klopt. De vloeistof van een lievenheersbeestje met zeven stippen is alleen giftig voor jonge koolmezen. Wat dom van hem.
'Ik vraag u wederom om verschoning'
'Ik vergeef u', zei het beestje.
'Heer ven Liefbeest? Wat doet u hier?!', riep Koning Lief Beestenheren.

Een interview met Godfried Bomans:


Vertaling Gers Pardoel: Bagagedrager 


Jump on, on the back of my bike
And I don't know where we're going together, but I don't care about that. 
And jump on, on the back of my bike, then we'll hit the road together,
And I don't know where to go yet, but that doesn't matter because I know the way. 

Uh I don't know you yet, but you look like Barbie
And it could be the 5 Bacardi
But i think it's the pretty face,
the beautiful and big ass
And I hope you''ll fit on my carrier
because I have a new bike, I am a crazemaker
And I set the trend, skip the trend
Jump on my girly bike, we'll go home together
On the way, I told you what you wanted to hear from me
you were at the bar and you wanted to score
Fell for your eyes and your sexy style, 
you look like the feminine Gerssie
and the next morning and it was unbelieveble
that chick was gone and had lied to me
and I had taken her so good
but at the end she stole my bike

Jump on, on the back of my bike
And I don't know where we're going together, but I don't care about that. 
And jump on, on the back of my bike, then we'll hit the road together,
And I don't know where to go yet, but that doesn't matter because I know the way. 

Uh I don't know you yet, but you look like Nikki,
and it could be the fifteen whiskey.
Your clothes are pink and blue like Fristi,
and your hips are sexy in that tight skinny jeans.
Maby it's an idea to go somewhere else
to a place far away from here
To Paris or to Rome or Milan.
Or like E.T. on a bike all the way to the moon.
On the way i tell you what you don't want to hear
Because that's who I became throughout the years
now I am frank and I want the best for you
having your intrest at heart  is sometimes hard to articulate
all that matters is that I can be with you, the rest doesn't matter
They were fake and they wanted to break me
and you fit right on my carrier
and that is, therefore, proved

Jump on, on the back of my bike
And I don't know where we're going together, but I don't care about that. 
And jump on, on the back of my bike, then we'll hit the road together,
And I don't know where to go yet, but that doesn't matter because I know the way.