Titel: Heren
van de Thee
Auteur: Hella S. Haasse
Jaar uitgave: 1992
Uitgeverij:Querido's Uitgeverij B.V.
Aantal pagina's: 332
Samenvatting 
Het boek draait voornamelijk om Rudolf
Kerkhoven, voor wie het eigenlijk al zijn hele leven duidelijk is, wat hij
later wil gaan doen. Net als zijn ouders en een heleboel andere familieleden
vertrek hij na zijn studie naar Java. Maar het lijkt wel of Rudolf daar niet
echt welkom is; hij moet bij een oom het theevak leren en als z’n ouders een
opzichter aannemen, wordt het hem duidelijk dat ze hem niet nodig hebben om hun
theeplantage. Dat is een grote teleurstelling, hij meent namelijk nogal wat
verplichtingen te hebben als oudste zoon. Na z’n leerperiode moet hij dan maar
zelf iets gaan zoeken. Hij kiest voor Gamboeng, een mooie maar verwilderde
koffieplantage midden in de rimboe. De ontginning en het planten van nieuwe
theestruiken is een heel werk, maar uiteindelijk lukt het hem toch. Ondanks het
teleurstellende resultaat van z’n proeftuinen, krijgt hij toch erfpacht voor 75
jaar.
Op een dag ontmoet hij bij z’n zus Cateau een van haar vriendinnen, Jenny
Roosegaarde Bisschop. Hij is meteen verliefd, maar de trouwerij moet nog een
tijdje worden uitgesteld omdat Jenny nog geen 18 is. Rudolf is dolgelukkig met
z’n echtgenote, maar heeft helemaal niet in de gaten dat zij zich helemaal niet
zo thuis voelt op Gamboeng. Wanneer Rudolfs ouders vanwege de oogziekte van
zijn vader terugkeren naar Nederland, krijgt zijn jongere broer, August de
leiding over de achtergebleven plantage. Rudolf voelt zich enorm benadeeld. In
de loop van de tijd gaat het steeds bergafwaarts met Jenny, ondanks de geboorte
van vier zoons en een dochter. Rudolf heeft nog steeds niks door.
Als hij na de dood van zijn vader zijn aandeel in Gamboeng probeert over te
nemen, voelt hij zich 
van alle kanten tegengewerkt. In
werkelijkheid valt het allemaal nogal mee, maar dat kan hij zelf niet 
inzien. Daardoor verslechteren de relaties met zijn familie aldoor. Om ze eens
te laten zien wat hij waard is koopt hij een nieuw stuk land, Malabar en later
ook nog Negla en Taloen. Vanaf dat moment gaat het fantastisch en het geld
lijkt binnen te stromen alsof het niks is. De vier zonen hebben inmiddels hun
studie in Nederland afgerond en Jenny vertrekt met haar dochter naar Europa.
Pas wanneer zij weer terugkeren wordt het Rudolf duidelijk hoe erg Jenny
veranderd is. Maar dan is het al te laat, een arts stelt vast dat ze
geestesziek is. Op een dag sterft ze zogenaamd aan een hartverlamming, maar in
werkelijkheid heeft ze zichzelf vergiftigd.
Het laatste hoofdstuk gaat helemaal over
het afscheid van Gamboeng. Pas dan realiseert Rudolf zich dat hij alles bereikt
heeft wat hij wilde, maar dat is ten koste gegaan van zijn vrouw, huwelijk en
de band met zijn familie. 
Auteur
Hella S. Haasse
(1918-2011) Biografie
Nederlandse schrijfster

De Nederlandse schrijfster Hella S.
(Hélène Serefia) Haasse werd in 1918 geboren te Batavia in Nederlands-Indië. Na
haar eindexamen aan het lyceum kwam Hella Haasse naar Nederland. Zij studeerde
korte tijd Scandinavische talen, waarna zij zich inschreef voor de Amsterdamse
Toneelschool. In 1943 deed zij haar eindexamen aan deze school. Na haar
huwelijk met J. van Lelyveld in 1944 stopte Haasse met optredens.
Nederlands-Indië
Haasse debuteerde in 1945 met de
gedichtenbundel "Stroomversnelling". Haase verwierf grote bekendheid
met de novelle "Oeroeg", dat het boekenweekgeschenk was in 1948. Het
verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië en beschrijft de jeugd van een
Nederlandse en een Indische jongen.
De schrijfster heeft een voorkeur voor historische onderwerpen.
Erkenning
Hella Haasse werd in 1981
onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs. In 1984 werd de P.C. Hooftprijs
aan haar toegekend. Naast romans en novellen schreef Haasse essays en
gedichten. Haar werk werd onder meer vertaald in het Frans en Engels.
Bentinck
Ze schreef ook de boeken
"Mevrouw Bentinck of onverenigbaarheid van karakter" (1978) en
"De groten der aarde of Bentinck tegen Bentinck". Op basis van deze
boeken werd een televisieserie gemaakt, die handelde over de hoofdpersoon Charlotte
Sophie van Aldenburg, die trouwde met Willem Bentinck.
Boekenweekgeschenk
In 1948 was "Oeroeg"
als cadeau door de boekverkopers weggegeven. Voor 1959 werd Hella Haasse
uitgenodigd om haar tweede boekenweekgeschenk te schrijven; dat werd "Dat
weet ik zelf niet". Voor 1994 schreef ze het boekenweekgeschenk
"Transit". Deze beide boekjes gaan over jongeren en hun problematiek.
Belangrijke boeken van Hella
Haasse
Andere belangrijke boeken van Hella Haasse zijn: "De
verborgen bron" (1950), "De scharlaken stad" (1952),
"Zelfportret als legkaart" (1954), "De Ingewijden" (1957),
"Cider voor arme mensen" (1960), "Een nieuwer testament"
(1966), "Persoonsbewijs" (1967), "Berichten van het blauwe
huis" (1986), "Heren van de thee" (1992), "Een handvol
achtergrond" (1996), "Zwanen schieten" (1997),
"Sleuteloog" (2002) en "Het tuinhuis" (2006).
Hella Haasse overleed in september 2011 op 93-jarige leeftijd in Amsterdam.
Bron: http://www.cultuurarchief.nl/literatuur/data/haassehellas.htm
Recensie: http://www.ingeleest.nl/recensie/hella-s-haasse-heren-van-de-thee/
Opdrachten
1. Het
eerste motto uit de roman is een fragment uit een brief van Bertha de Rijck van
der Gracht-Kerkhoven aan haar broer Karel Kerkhoven, 1959:
“Je
zegt: die brieven zijn geschiedkundig niet van belang. Misschien niet. Maar het
is toch ook 
een
feit dat het nageslacht dikwijls het meeste heeft aan de 'sidelights', die een
veel klaarder beeld geven van de toen heersende toestanden, en vooral van de
toen gangbare opvattingen, dan bij voorbeeld een serie cijfers. De zaken zijn
dood, en kunnen niet herrijzen, maar de personen 
kunnen
voor ons weer leven als we vernemen wat ze dachten en voelden.”
Verklaring
van dit motto:
Het is
een quotatie uit de brievenwisseling tussen een dochter en zoon van de
hoofdpersoon. Karel 
Kerkhoven
heeft geschreven dat hij de brieven niet geschiedkundig van belang vindt, maar
zijn zus het er duidelijk niet mee eens. Uiteindelijk blijkt dat Bertha gelijk
had.
De
"sidelights" laten zien hoe de rangorde binnen de familie de Holle's
en Kerkhoven liggen. Hoe ik het zie in de laatste zin is dat de zaken alleen
kunnen verbeteren als ze de personen met respect behandelen in plaats van
alleen aan geld te denken.
2. De verhoudingen tussen de Nederlandse kolonisten en de inlanders lagen heel
precair. Het was zaak in een goede verstandhouding met de plantagewerkers samen
te werken, maar het 
vereiste
ook daadkracht en standvastigheid. Sommigen waren van mening dat alleen
autoritair leiderschap de inlanders tot werken aan kon zetten, anderen pleitten
voor een socialer en rechtvaardiger aanpak. Ook hierover vind je in de roman de
meningen verdeeld.
Vergelijk
de visies hierop van Van der Hucht, de Holles en Rudolf.
Er wordt
door de mannen gesproken over Eduard Douwes Dekker, die onder het pseudoniem
Multatuli, de roman Max Havelaar schreef, waarin hij de uitbuiting van de
inlandse bevolking aan de kaak stelde. Over diens visie waren ook de meningen
verdeeld. Verwerk de opvat- tingen over Multatuli in de beantwoording van deze
vraag.
Baseer
je op p. 37-41, 66-67, 74-78, 111-112, 115-117, 121.
Antwoord:
De Holles respecteerde de inlanders heel erg en is zelfs bevriend
met hun. In het boek staat:"Karel Holle gaat te ver naar mijn smaak. Die
heeft als boezemvriend een mohammedaanse godsdienstleraar, ook een aristocraat,
met aangename manieren, maar men weet het nooit." Dit werd gezegd door Van
der Hucht en dat betekend dat zijn visie zowat tegengesteld is aan dat van Holles.
Van der Hucht is een harde man die niet snel sympathie zal tonen, maar hij is
wel rechtvaardig en eerlijk. Zo vind hij dat Douwes Dekker gelijk heeft in de
meeste opzichten, maar de manier waarop hij dat allemaal wil gaan verbeteren
vind hij geen goede manier. Hij vind dat het geheel systeem moet veranderen op
een manier waardoor de Hoofden en de inlanders allebei krijgen wat ze willen,
een compromis. Rudolf lijkt in dit gesprek niet echt een mening te hebben. Hij
komt een beetje over als naïef, maar later veranderd dat drastisch. Hij vind
het Bataviaans volk erg brutaal dus mag hij streng optreden wanneer dat nodig
is./In het kort is Holles “links”, Van der Hucht “rechts’ en veranderd de
naïeve Rudolf in een “rechts” om het op een politieke manier te zeggen.
3. Geef een karakterschets van Rudolf.
Verwerk hierin ook de boodschap die Rudolf haalt uit de drie favoriete verhalen
van zijn grootmoeder,                                                         p. 29-33. Baseer je verder op p. 24-25, 36, 148, 256, 278.
Antwoord: Rudolf komt over als een oprechte aardige
man die alleen erkenning wil van zijn 
ouders en om dat te krijgen verliest hij zijn vrouw en zijn gezin. Dat
is de korte samenvatting van zijn leven om het zo maar te zeggen. Hij was eerst
een lieve jongen, net afgestudeerd die een grote toekomst voor zich had. Hij
wou een eigen theeplantage besturen om zijn ouders trots op hem te maken
aangezien hij zijn vaders droom wou laten uitkomen. Hij veranderd gedurende het
boek, maar dat is logisch omdat iedereen nou eenmaal veranderd narmate hij of
zij ouder word. Rudolf kun je beschrijven als ambitieus, koppig, zuinig,
wilskrachtig en eigenwijs. Hij verdiept zich zo diep in de ‘business’ dat hij
zijn familie helemaal vergeet.
4.
Geef een karakterschets van Jenny.
Baseer
je op p. 150-156, 161, 163-164, 167, 176-177, 186, 196-198, 203, 205,
208-209, 222, 241, 255, 271-277,
280-283.
Antwoord:
Jenny Kerkhoven – Roosegaarde Bisschop is een gecompliceerde personage in het
boek. Ze is nog erg jong wanneer ze in het huwelijksbootje stapt samen met Rudolf.
Narmate ze verder in het huwelijk is, is haar enige wens ontspanning wat haar
niet gegund wordt. Dit zorgt ervoor dat ze erg depressief raakt en uiteindelijk
pleegt ze zelfmoord. Dit maakt haar best naïef door het feit dat ze wist dat
Rudolf een groot bedrijf wou opstarten en doordat zij nog veel te jong was om
in een huwelijk te zijn. 
5. De verhouding tot zijn ouders is
nooit soepel geweest en in 1894 geraakt Rudolf in conflict met zijn familie.
Geef aan waarop dit conflict is gebaseerd en wat de gevolgen ervan zijn.
Baseer je op p. 237-250, 255-258,
266-267, 272.
Antwoord:
Na het overlijden van zijn vader wil Rudolf graag de aandelen kopen van
Gamboeng die zijn vader bezat. Ook wil hij een hoger salaris omdat hij al vanaf
het begin een salaris krijgt waar hij nog maar net mee kan rondkomen. Zijn
jongere broer August, die de plantage van zijn ouders heeft overgenomen, krijgt
al het dubbele. Dit lijd tot een grote ruzie in brieven van Nederland naar
Java. Door de ruzie krijgt Rudolf steeds minder vertrouwen in zijn familie. Hij
denkt dat ze niet in hem en zijn plantage geloven. Hij had deze gevoelens al
eerder maar hij drukte ze weg omdat hij dacht dat hij vast fout zou zitten.
Voor Jenny heeft dit ook gevolgen. Zij was goed bevriend met Cateau, de zus van
Rudolf. De man van Cateau heeft ruzie met Rudolf over de aandelen van Gamboeng
en hierdoor kunnen zij eigenlijk niet meer met elkaar praten, het verpest een
hele mooie vriendschap.
6. Aan
het einde van de roman staat Rudolf in Gamboeng aan de rand van het oerwoud.
Hij neemt afscheid van zijn plantage om zich met zijn dochter Bertha te gaan
vestigen in Bandoeng. Rudolf overdenkt zijn leven. Hij heeft een aantal zeer
goed lopende ondernemingen, waarvoor hij zich zijn hele leven heeft ingezet.
Toch heeft hij de vol- gende overpeinzing: ‘Maar die trotse zekerheid bezat hij
niet meer. Sinds hij Jenny verloren had, vroeg hij zich af of er waarheid
school in wat zij hem zo vaak in drift voor de voeten had gegooid: dat hij
alles, zijn leven en het hare, en de jeugd van hun kinderen, had opgeofferd aan
de verwoede geldingsdrang die hem maar deed sloven en slaven, en aan zijn
onvermogen bejegeningen te vergeten en te vergeven in welke hij een belediging
of minachting meende te proeven.’ (p. 288) Schuilt er waarheid in deze
overpeinzing?
Ik ben van mening dat deze overpeinzing
inderdaad  klopt. Rudolf heeft zijn hele
leven gegeven aan zijn plantages. De plantages waren alles voor hem en dat
maakte hem blind voor wat er allemaal gebeurde met zijn vrouw Jenny die steeds
zieker werd. Als hij meer zijn best had gedaan voor zijn familie en als hij een
balans kon vinden tussen zijn carrière en zijn familie was hij nu veel
gelukkiger geweest.
Rudolf wou zichzelf bewijzen bij de
andere heren van de thee. Dit leidde tot verwaarlozing van zijn familie. De relatie
tussen hem en zijn ouders is ook niet echt geweldig. Rudolf werkt hard en doet
er alles aan om erkenning te krijgen van zijn ouders, maar het maakt hun niets
uit. Het lijkt alsof August, zijn jongere broer, wordt voorgetrokken en hoe
hard hij ook werkt, hij zal nooit het vertouwen en de eer krijgen die hij
verdient. 
Aan het einde realiseert Rudolf zich
eigenlijk dat het feit dat hij zich minderwaardig voelde , waardoor hij zich
constant wou bewijzen. Er voor heeft gezorgd dat hij vervreemd is van zijn
familie en hij ze eigenlijk als een soort vijanden ziet.