woensdag 28 mei 2014

Brief Vera Dalm


Chaima Hauhau
Meidoornlaan 203
1382XA Weesp

Weesp, 28 mei 2014
 
Vera Dalm
Jan Tooropstraat 40
1382VB Weesp

 

Betreft: Het scheiden en het schoon inleveren van plastic afval.


Geachte Mevr. Dalm,

Ik wou u wat vragen stellen over het scheiden en het schoon inleveren van plastic afval. Na het artikel te hebben gelezen dat door u is geschreven viel mij op dat het ophaalsysteem inderdaad een goed idee is. De meeste mensen zijn best lui en denken er nooit aan om afval te gaan scheiden. Als het afval scheiden makkelijker wordt gemaakt is de kans groot dat ze het gaan proberen en een tijdje later wordt het vanzelfsprekend.

Het enige probleem is dat we dan veel bepaalde voertuigen moeten regelen en met de economische crisis is dit niet echt haalbaar. Onze prioriteit is in eerste instantie om uit de recessie te komen en dan kunnen we het hebben over een nieuw beleid. Ik snap dat het milieu erg belangrijk is, maar op kort termijn is de economie toch belangrijker. Zonder een goede economie zal dit beleid niets worden. Misschien hebben we toch wel het geld om dit beleid door te voeren, maar naast het milieu moet er ook veel aandacht gevestigd worden in het onderwijs aangezien dat onze toekomst is. Ik spreek niet alleen voor mijzelf als ik dit zeg, maar de meeste mensen kijken nou eenmaal niet zo ver in de toekomst. De kans dat dit beleid wordt doorgevoerd is klein.

Aan de andere kant zou dit beleid niet zo heel veel geld kosten en kan het wel mogelijk zijn, maar ik weet van mezelf dat ik geen afval scheidt omdat ik nou eenmaal meer aan me hoofd heb. Als er een ophaalsysteem komt weet ik niet of ik dan wel opeens afval ga scheiden, maar ik heb een groot gevoel dat ik dat niet zal gaan doen. Ik heb wel mensen die in mijn flat wonen die onze buurt altijd schoon houden. Die mensen zouden mij makkelijk kunnen overhalen, omdat ik veel respect voor hun heb. Ik hoop dat u snapt waarom ik twijfel aan dit systeem en ik hoop dat u me dit kunt uitleggen.

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,

Chaima Hauhau

maandag 12 mei 2014

Mijn mening

In deze post ga ik vertellen wat mijn mening is van het boek 'Heren van de Thee' door Hella S. Haasse. De opdracht was een discussie, maar aangezien ik de enige persoon was in de klas met dit boek is het moeilijk om met mezelf te discussiëren. Dit is waarom ik nu mij mening opstel van dit boek met een paar argumenten voor en tegen met uiteindelijk een conclusie aan het eind.

Het boek 'Heren van de Thee', geschreven door een al vaker bekroonde schrijfster was naar mijn mening een goed boek om te lezen. De redenen die ik hiervoor geef zijn dat het een mooi verhaal had over een familie die uiteindelijk uit elkaar drijft. Ik ben een grote fan van veel drama en dit boek zit er vol mee. Wat ik minder aan het boek vond was dat er veel personages in voor kwamen en dat was soms best  lastig om ze allemaal uit elkaar te halen. Andere redenen zijn dat ik het hele thema Indonesie en de plantages mij niet interesseren. Ik houd van populaire nieuwe boeken van deze tijd en dus geen geschiedenis boeken. Het verhaal waarbij Rudolf in de schaduw van zij broer gehouden wordt en het gebeuren van Jenny vond ik wel interessant omdat ik nou eenmaal een fan ben van drama. De schrijfstijl die Haasse gebruikten vond ik geweldig, omdat het het lezen makkelijker maakte. De beschrijvingen van de omgeving vond ik ook geweldig. Het leek net alsof er zich een film afspeelde in mij hoofd. Dit heb je niet met elk boek en dat maakte dit boek een goed boek.
Om het allemaal kort samen te vatten; ik vond het een goed boek, maar ik zou het nooit zelf hebben gekozen omdat het zich afspeelde in de koloniale tijd, vroeger dus, en ik houd niet van boeken die gebaseerd zijn op iets van vroeger. Wel bleek het beter te zijn dan ik had verwacht, maar jammergenoeg niet zo veel beter.

maandag 5 mei 2014

Hella S. Haasse: Heren van de Thee

Titel: Heren van de Thee
Auteur: Hella S. Haasse
Jaar uitgave: 1992
Uitgeverij:Querido's Uitgeverij B.V.
Aantal pagina's: 332

Samenvatting
Het boek draait voornamelijk om Rudolf Kerkhoven, voor wie het eigenlijk al zijn hele leven duidelijk is, wat hij later wil gaan doen. Net als zijn ouders en een heleboel andere familieleden vertrek hij na zijn studie naar Java. Maar het lijkt wel of Rudolf daar niet echt welkom is; hij moet bij een oom het theevak leren en als z’n ouders een opzichter aannemen, wordt het hem duidelijk dat ze hem niet nodig hebben om hun theeplantage. Dat is een grote teleurstelling, hij meent namelijk nogal wat verplichtingen te hebben als oudste zoon. Na z’n leerperiode moet hij dan maar zelf iets gaan zoeken. Hij kiest voor Gamboeng, een mooie maar verwilderde koffieplantage midden in de rimboe. De ontginning en het planten van nieuwe theestruiken is een heel werk, maar uiteindelijk lukt het hem toch. Ondanks het teleurstellende resultaat van z’n proeftuinen, krijgt hij toch erfpacht voor 75 jaar.
Op een dag ontmoet hij bij z’n zus Cateau een van haar vriendinnen, Jenny Roosegaarde Bisschop. Hij is meteen verliefd, maar de trouwerij moet nog een tijdje worden uitgesteld omdat Jenny nog geen 18 is. Rudolf is dolgelukkig met z’n echtgenote, maar heeft helemaal niet in de gaten dat zij zich helemaal niet zo thuis voelt op Gamboeng. Wanneer Rudolfs ouders vanwege de oogziekte van zijn vader terugkeren naar Nederland, krijgt zijn jongere broer, August de leiding over de achtergebleven plantage. Rudolf voelt zich enorm benadeeld. In de loop van de tijd gaat het steeds bergafwaarts met Jenny, ondanks de geboorte van vier zoons en een dochter. Rudolf heeft nog steeds niks door.
Als hij na de dood van zijn vader zijn aandeel in Gamboeng probeert over te nemen, voelt hij zich 
van alle kanten tegengewerkt. In werkelijkheid valt het allemaal nogal mee, maar dat kan hij zelf niet 

inzien. Daardoor verslechteren de relaties met zijn familie aldoor. Om ze eens te laten zien wat hij waard is koopt hij een nieuw stuk land, Malabar en later ook nog Negla en Taloen. Vanaf dat moment gaat het fantastisch en het geld lijkt binnen te stromen alsof het niks is. De vier zonen hebben inmiddels hun studie in Nederland afgerond en Jenny vertrekt met haar dochter naar Europa. Pas wanneer zij weer terugkeren wordt het Rudolf duidelijk hoe erg Jenny veranderd is. Maar dan is het al te laat, een arts stelt vast dat ze geestesziek is. Op een dag sterft ze zogenaamd aan een hartverlamming, maar in werkelijkheid heeft ze zichzelf vergiftigd.
Het laatste hoofdstuk gaat helemaal over het afscheid van Gamboeng. Pas dan realiseert Rudolf zich dat hij alles bereikt heeft wat hij wilde, maar dat is ten koste gegaan van zijn vrouw, huwelijk en de band met zijn familie. 


Auteur
Hella S. Haasse (1918-2011) Biografie
Nederlandse schrijfster
Hella Haasse Grote OntmoetingenDe Nederlandse schrijfster Hella S. (Hélène Serefia) Haasse werd in 1918 geboren te Batavia in Nederlands-Indië. Na haar eindexamen aan het lyceum kwam Hella Haasse naar Nederland. Zij studeerde korte tijd Scandinavische talen, waarna zij zich inschreef voor de Amsterdamse Toneelschool. In 1943 deed zij haar eindexamen aan deze school. Na haar huwelijk met J. van Lelyveld in 1944 stopte Haasse met optredens.


Nederlands-Indië
Haasse debuteerde in 1945 met de gedichtenbundel "Stroomversnelling". Haase verwierf grote bekendheid met de novelle "Oeroeg", dat het boekenweekgeschenk was in 1948. Het verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië en beschrijft de jeugd van een Nederlandse en een Indische jongen.
De schrijfster heeft een voorkeur voor historische onderwerpen.


Erkenning
Hella Haasse werd in 1981 onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs. In 1984 werd de P.C. Hooftprijs aan haar toegekend. Naast romans en novellen schreef Haasse essays en gedichten. Haar werk werd onder meer vertaald in het Frans en Engels.


Bentinck
Ze schreef ook de boeken "Mevrouw Bentinck of onverenigbaarheid van karakter" (1978) en "De groten der aarde of Bentinck tegen Bentinck". Op basis van deze boeken werd een televisieserie gemaakt, die handelde over de hoofdpersoon Charlotte Sophie van Aldenburg, die trouwde met Willem Bentinck.


Boekenweekgeschenk
In 1948 was "Oeroeg" als cadeau door de boekverkopers weggegeven. Voor 1959 werd Hella Haasse uitgenodigd om haar tweede boekenweekgeschenk te schrijven; dat werd "Dat weet ik zelf niet". Voor 1994 schreef ze het boekenweekgeschenk "Transit". Deze beide boekjes gaan over jongeren en hun problematiek.


Belangrijke boeken van Hella Haasse
Andere belangrijke boeken van Hella Haasse zijn: "De verborgen bron" (1950), "De scharlaken stad" (1952), "Zelfportret als legkaart" (1954), "De Ingewijden" (1957), "Cider voor arme mensen" (1960), "Een nieuwer testament" (1966), "Persoonsbewijs" (1967), "Berichten van het blauwe huis" (1986), "Heren van de thee" (1992), "Een handvol achtergrond" (1996), "Zwanen schieten" (1997), "Sleuteloog" (2002) en "Het tuinhuis" (2006).
Hella Haasse overleed in september 2011 op 93-jarige leeftijd in Amsterdam.

Bron: http://www.cultuurarchief.nl/literatuur/data/haassehellas.htm


Recensie: http://www.ingeleest.nl/recensie/hella-s-haasse-heren-van-de-thee/


Opdrachten

1. Het eerste motto uit de roman is een fragment uit een brief van Bertha de Rijck van der Gracht-Kerkhoven aan haar broer Karel Kerkhoven, 1959:
“Je zegt: die brieven zijn geschiedkundig niet van belang. Misschien niet. Maar het is toch ook 
een feit dat het nageslacht dikwijls het meeste heeft aan de 'sidelights', die een veel klaarder beeld geven van de toen heersende toestanden, en vooral van de toen gangbare opvattingen, dan bij voorbeeld een serie cijfers. De zaken zijn dood, en kunnen niet herrijzen, maar de personen 
kunnen voor ons weer leven als we vernemen wat ze dachten en voelden.”

Verklaring van dit motto:
Het is een quotatie uit de brievenwisseling tussen een dochter en zoon van de hoofdpersoon. Karel 
Kerkhoven heeft geschreven dat hij de brieven niet geschiedkundig van belang vindt, maar zijn zus het er duidelijk niet mee eens. Uiteindelijk blijkt dat Bertha gelijk had.
De "sidelights" laten zien hoe de rangorde binnen de familie de Holle's en Kerkhoven liggen. Hoe ik het zie in de laatste zin is dat de zaken alleen kunnen verbeteren als ze de personen met respect behandelen in plaats van alleen aan geld te denken.


2. De verhoudingen tussen de Nederlandse kolonisten en de inlanders lagen heel precair. Het was zaak in een goede verstandhouding met de plantagewerkers samen te werken, maar het 
vereiste ook daadkracht en standvastigheid. Sommigen waren van mening dat alleen autoritair leiderschap de inlanders tot werken aan kon zetten, anderen pleitten voor een socialer en rechtvaardiger aanpak. Ook hierover vind je in de roman de meningen verdeeld.
Vergelijk de visies hierop van Van der Hucht, de Holles en Rudolf.
Er wordt door de mannen gesproken over Eduard Douwes Dekker, die onder het pseudoniem Multatuli, de roman Max Havelaar schreef, waarin hij de uitbuiting van de inlandse bevolking aan de kaak stelde. Over diens visie waren ook de meningen verdeeld. Verwerk de opvat- tingen over Multatuli in de beantwoording van deze vraag.
Baseer je op p. 37-41, 66-67, 74-78, 111-112, 115-117, 121.

Antwoord:
De Holles respecteerde de inlanders heel erg en is zelfs bevriend met hun. In het boek staat:"Karel Holle gaat te ver naar mijn smaak. Die heeft als boezemvriend een mohammedaanse godsdienstleraar, ook een aristocraat, met aangename manieren, maar men weet het nooit." Dit werd gezegd door Van der Hucht en dat betekend dat zijn visie zowat tegengesteld is aan dat van Holles. Van der Hucht is een harde man die niet snel sympathie zal tonen, maar hij is wel rechtvaardig en eerlijk. Zo vind hij dat Douwes Dekker gelijk heeft in de meeste opzichten, maar de manier waarop hij dat allemaal wil gaan verbeteren vind hij geen goede manier. Hij vind dat het geheel systeem moet veranderen op een manier waardoor de Hoofden en de inlanders allebei krijgen wat ze willen, een compromis. Rudolf lijkt in dit gesprek niet echt een mening te hebben. Hij komt een beetje over als naïef, maar later veranderd dat drastisch. Hij vind het Bataviaans volk erg brutaal dus mag hij streng optreden wanneer dat nodig is./In het kort is Holles “links”, Van der Hucht “rechts’ en veranderd de naïeve Rudolf in een “rechts” om het op een politieke manier te zeggen.

3. Geef een karakterschets van Rudolf. Verwerk hierin ook de boodschap die Rudolf haalt uit de drie favoriete verhalen van zijn grootmoeder,                                                         p. 29-33. Baseer je verder op p. 24-25, 36, 148, 256, 278.

Antwoord: Rudolf komt over als een oprechte aardige man die alleen erkenning wil van zijn  ouders en om dat te krijgen verliest hij zijn vrouw en zijn gezin. Dat is de korte samenvatting van zijn leven om het zo maar te zeggen. Hij was eerst een lieve jongen, net afgestudeerd die een grote toekomst voor zich had. Hij wou een eigen theeplantage besturen om zijn ouders trots op hem te maken aangezien hij zijn vaders droom wou laten uitkomen. Hij veranderd gedurende het boek, maar dat is logisch omdat iedereen nou eenmaal veranderd narmate hij of zij ouder word. Rudolf kun je beschrijven als ambitieus, koppig, zuinig, wilskrachtig en eigenwijs. Hij verdiept zich zo diep in de ‘business’ dat hij zijn familie helemaal vergeet.


4. Geef een karakterschets van Jenny.
Baseer je op p. 150-156, 161, 163-164, 167, 176-177, 186, 196-198, 203, 205,
208-209, 222, 241, 255, 271-277, 280-283.

Antwoord: Jenny Kerkhoven – Roosegaarde Bisschop is een gecompliceerde personage in het boek. Ze is nog erg jong wanneer ze in het huwelijksbootje stapt samen met Rudolf. Narmate ze verder in het huwelijk is, is haar enige wens ontspanning wat haar niet gegund wordt. Dit zorgt ervoor dat ze erg depressief raakt en uiteindelijk pleegt ze zelfmoord. Dit maakt haar best naïef door het feit dat ze wist dat Rudolf een groot bedrijf wou opstarten en doordat zij nog veel te jong was om in een huwelijk te zijn.

5. De verhouding tot zijn ouders is nooit soepel geweest en in 1894 geraakt Rudolf in conflict met zijn familie. Geef aan waarop dit conflict is gebaseerd en wat de gevolgen ervan zijn.
Baseer je op p. 237-250, 255-258, 266-267, 272.

Antwoord: Na het overlijden van zijn vader wil Rudolf graag de aandelen kopen van Gamboeng die zijn vader bezat. Ook wil hij een hoger salaris omdat hij al vanaf het begin een salaris krijgt waar hij nog maar net mee kan rondkomen. Zijn jongere broer August, die de plantage van zijn ouders heeft overgenomen, krijgt al het dubbele. Dit lijd tot een grote ruzie in brieven van Nederland naar Java. Door de ruzie krijgt Rudolf steeds minder vertrouwen in zijn familie. Hij denkt dat ze niet in hem en zijn plantage geloven. Hij had deze gevoelens al eerder maar hij drukte ze weg omdat hij dacht dat hij vast fout zou zitten. Voor Jenny heeft dit ook gevolgen. Zij was goed bevriend met Cateau, de zus van Rudolf. De man van Cateau heeft ruzie met Rudolf over de aandelen van Gamboeng en hierdoor kunnen zij eigenlijk niet meer met elkaar praten, het verpest een hele mooie vriendschap.

6. Aan het einde van de roman staat Rudolf in Gamboeng aan de rand van het oerwoud. Hij neemt afscheid van zijn plantage om zich met zijn dochter Bertha te gaan vestigen in Bandoeng. Rudolf overdenkt zijn leven. Hij heeft een aantal zeer goed lopende ondernemingen, waarvoor hij zich zijn hele leven heeft ingezet. Toch heeft hij de vol- gende overpeinzing: ‘Maar die trotse zekerheid bezat hij niet meer. Sinds hij Jenny verloren had, vroeg hij zich af of er waarheid school in wat zij hem zo vaak in drift voor de voeten had gegooid: dat hij alles, zijn leven en het hare, en de jeugd van hun kinderen, had opgeofferd aan de verwoede geldingsdrang die hem maar deed sloven en slaven, en aan zijn onvermogen bejegeningen te vergeten en te vergeven in welke hij een belediging of minachting meende te proeven.’ (p. 288) Schuilt er waarheid in deze overpeinzing?


Ik ben van mening dat deze overpeinzing inderdaad  klopt. Rudolf heeft zijn hele leven gegeven aan zijn plantages. De plantages waren alles voor hem en dat maakte hem blind voor wat er allemaal gebeurde met zijn vrouw Jenny die steeds zieker werd. Als hij meer zijn best had gedaan voor zijn familie en als hij een balans kon vinden tussen zijn carrière en zijn familie was hij nu veel gelukkiger geweest.
Rudolf wou zichzelf bewijzen bij de andere heren van de thee. Dit leidde tot verwaarlozing van zijn familie. De relatie tussen hem en zijn ouders is ook niet echt geweldig. Rudolf werkt hard en doet er alles aan om erkenning te krijgen van zijn ouders, maar het maakt hun niets uit. Het lijkt alsof August, zijn jongere broer, wordt voorgetrokken en hoe hard hij ook werkt, hij zal nooit het vertouwen en de eer krijgen die hij verdient.
Aan het einde realiseert Rudolf zich eigenlijk dat het feit dat hij zich minderwaardig voelde , waardoor hij zich constant wou bewijzen. Er voor heeft gezorgd dat hij vervreemd is van zijn familie en hij ze eigenlijk als een soort vijanden ziet.