1. Ik heb de tekst gelezen.
2. Empatisch vermogen: het aanvoelen van anderen, het invoelen van gebeurtenissen.
Opdracht 2
Stelling Klopt het? Want in de tekst staat ...
1 Door het lezen van verhalen kunnen
mensen zich beter inleven in anderen.
Ja / Nee, want in de tekst staat:"Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
2 Door het lezen van gedichten kunnen
mensen zich beter inleven in anderen.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
3 Dat mensen zich beter in anderen
kunnen inleven, kun je zien aan hun
gezicht.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Direct hierna volgden tests waarbij zij onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden." Dus om erachter te komen of mensen inderdaad zich beter kunnen inleven door boeken te lezen werden bepaalde mensen getest waarbij ze onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden.
4 De proefpersonen kregen willekeurige
teksten te lezen.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Sommige vrijwilligers lazen Tsjechov, andere lazen verhalen van ‘mindere’ literaire statuur." Dit betekend dat er goed nagedacht is wat voor soort teksten de proefpersonen kregen om te lezen. Dit om te kijken of daar ook verschil in zat: "Mensen die
literaire fictie lazen, scoorden het hoogst.
5 In literaire fictie komen mensen met
een meer ingewikkeld karakter voor.Ja / Nee, want in de tekst staat dat literaire fictie geslaagde karakters beschrijft, maar ook dat niet-literaire fictie meer voorspelbaarder is en dat betekend dus dat literaire fictie minder voorspelbaar en dus ingewikkelder.
6 In literaire fictie gedragen de personen
zich onvoorspelbaar.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat in niet-literaire fictie de karakter meer voorspelbaarder waren (Bij
populaire fictie is dit volgens de onderzoekers minder het geval, omdat de hoofdpersonen zich een stuk voorspelbaarder gedragen.) , maar dat betekend niet per se dat in literaire fictie de karakters helemaal onvoorspelbaar. Dus in literaire fictie zijn de karakter minder voorspelbaar en dus niet helemaal onvoorspelbaar.
7 Het was al bekend dat lezers van
literatuur een groter empathisch
vermogen hadden.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat in eerder onderzoek het niet duidelijk was of de mensen een groter empathisch vermogen hadden door het lezen van literaire fictie.
8 Dit Amerikaanse onderzoek vertelt
niets nieuws.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Dit is het eerste onderzoek dat een direct causaal verband tussen literatuur en empathisch vermogen aantoont."
9 Het is zeker dat empathische mensen
meer literatuur lezen.
Ja / Nee, want in alinea 4 staat dat in eerder onderzoek het onduidelijk was of empathische mensen meer literaire fictie lezen en daarvoor werd verteld: "Dit is het eerste onderzoek dat een direct causaal verband tussen literatuur en empathisch vermogen aantoont" Dat betekend dat ze het nu wel zeker weten, maar in eerder onderzoek dat onduidelijk was.
10 Het is hard nodig dat de waarde van
literatuur wordt aangetoond.
Ja / Nee, want in de tekst staat : "De wetenschappers hopen met dit onderzoek de educatieve en maatschappelijke waarde van literatuuronderwijs aan te tonen. Dit vinden zij hard nodig, want romans lezen daalt al jaren als vrijetijdsbesteding."
11 Een blijvend effect van het lezen van
literatuur is niet aangetoond.
Ja / Nee, want in de tekst staat : "‘Wat zijn de langetermijneffecten van literatuur lezen?' ". De organisatiepsycholoog vroeg zich dit af.
12 Alleen literatuur vergroot het
empathische vermogen van de mens.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat er een verband is tussen het lezen van literaire fictie en het empathisch vermogen. Dat betekend niet per se dat alleen literatuur het empathisch vermogen van een mens vergroot.
13 De beschrijving van de gelaagde
karakters is het kenmerk van literatuur
dat de empathische vermogens
versterkt.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat onderzoekers dat denken. Dat betekent niet dat het zeker is. "De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft." Ook staat er in de tekst dat er de karakters in fictie zich voorspelbaarder gedragen en dat betekend dat de karakters in literaire fictie ingewikkelder zijn, maar dat bewijst niet dat ze beter beschreven zijn.
Brief
Geachte heer/mevrouw,
Ik ben Chaima Hauhau, een leerling hier op het Vechtstede College, en ik vroeg me af of er wat gedaan kan worden aan de culturele voorzieningen hier op school.
Het is mij opgevallen dat er niet meer zoveel gedaan wordt aan culturele voorzieningen in het bijzonder muziek en film. In mijn oogpunt wordt er veel gedaan aan toneel met als voorbeeld de voorstellingen die elk jaar worden gehouden terwijl de leerlingen maar tot aan hun derde jaar muziek krijgen. Verder doen we ook niet zoveel aan film behalve dat de leraren wel eens in de zoveel tijd een filmpje in de les laten zien. We besteden wel veel tijd aan literatuur. Zo moeten alle leerlingen boeken lezen en daarvan boekverslagen maken. Ook is er een schoolkrant die gemaakt wordt door leerlingen, maar muziek en film blijven in de schaduw staan.
Ik wil dit graag veranderen en niet alleen voor de leerlingen nu, maar ook voor de toekomstige leerlingen van het Vechtstede College. Iedere leerling moet verschillende dingen meekrijgen als het gaat om culturele voorzieningen. Daarmee bedoel ik dat iedereen evenveel muziek, film, toneel en literatuur moet hebben gehad. Ik weet dat er ckv lessen worden gegeven, maar in die lessen besteden we meer tijd aan kunst en toneel. De leerlingen moeten veel kennis opdoen en niet alleen van bepaalde culturele aspecten, maar van alles een beetje. Volgens de Britse filosoof Roger Scruton is cultuur belangrijk omdat het je onderscheid leert maken tussen waar en onwaar, smaakvol en smakeloos. Door het collectivisme, socialisme en politieke correctheid van de afgelopen decennia is het vermogen tot onderscheid maken ernstig ondermijnd. Ik hoop dat u snapt waarom we meer aan cultuur moeten doen op school. Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet,
Chaima Hauhau V4B
Geen opmerkingen:
Een reactie posten