vrijdag 3 oktober 2014

Boekverslag: De engelenmaker

De engelenmaker

Korte samenvatting
Het gaat over klonen. Victor Hoppe heeft uit zijn eigen cellen drie zonen geschapen en hun namen van aartsengelen gegeven. 

Mening
Ik zou eerst een ander boek lezen, maar na een tijdje vond ik het boek een beetje verwarrend en oninteressant. Toen ik op internet ging kijken vond ik dit boek en begon ik het te lezen. Het is een dik boek. Dat vond ik niet zo prettig, maar terwijl ik begon met lezen bleek het juist positief te zijn. Het gaat over klonen en over kwesties van goed en fout wat mij erg heeft aangesproken.

De idee
Het boek is geschreven om een beter beeld te geven van goed en kwaad, maar dat er ook een tussenweg is. Victor Hoppe, de hoofdpersoon, heeft een bepaalde ziekte waarbij hij alleen maar in zwartwit kan denkt. Hij heeft daardoor ook moeite met zijn geloof. Hij vind dat God slecht is en Jezus goed. God schept wel levens, maar hij ontneemt ze ook en dat vind hij slecht. Daarom wil hij ook levens scheppen en ze dus niet ontnemen. Terwijl hij denkt dat hij goed bezig is met bijv. het klonen van mensen vinden de mensen in zijn buurt dat hij verkeerd bezig is.

Actualiteit van “de Idee”
Er wordt nog steeds gesproken over kwesties zoals abortus en euthanasie. Dit zijn ook levensvraagstukken net zoals klonen. Al hoewel wordt er niet zoveel gesproken over klonen als over abortus en euthanasie. Wat is goed en wat is kwaad? Hoe ver kun je als arts gaan om een leven te redden? Wat is ethisch gezien de grens bij het redden van levens? Dit zijn allemaal vragen die nog steeds erg actueel zijn. Kunnen we bijvoorbeeld zelf organen klonen om er mensenlevens mee te kunnen redden? Zelf denk ik dat we in een tijd leven waarbij mensen steeds meer open gaan staan voor zulke vraagstukken. Honderd jaar geleden zouden er niet zo veel abortussen zijn geweest als nu.
Links:

donderdag 2 oktober 2014

Nederlandse Literatuur: Renaissance

Leg uit waarom Vondel, Hooft en Huyens nog steeds interessant gevonden worden binnen de Nederlandse Literatuur.

Hooft, Vondel en Huygens worden nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur, omdat ze alle drie verschillende schrijfstijlen beheersten. Zo schreef P.C. Hooft “De Nederlandsche Historien”  (erg objectief). Zo toonde Vondel veel kritiek tegenover de overheid. Dat zou je kunnen opvatten als journalisme, maar hij uitte zijn mening minder direct doormiddel van verhalen met een onderliggende betekenis waarin zijn mening in stond verschuilt. Huyens schreef kluchten die eigenlijk gewoon komische toneelstukken zijn. Ze waren erg belangrijke schrijvers en belangrijke schrijvers inspireren anderen. Het is altijd interessant om te weten te komen waar het allemaal begon. De geschiedenis kan je helpen om beter te worden in de toekomst. 

Nederlandse Literatuur: Renaissance vragen

Joost van den Vondel

1 Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
Ø  Hij bekritiseerde belangrijke gebeurtenissen
Ø  Hij schreef over onderwerpen die niet zo populair waren om over te schrijven waaronder politiek en godsdienst.

2 Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
Hij kon goed leven van zijn kousenfabriek totdat het failliet ging. Verder kon hij zijn werk niet verkopen, want er waren veel mensen die tegengestelde meningen hadden. Zijn werk was illegaal en zulke werken verkopen ging moeilijk en bracht hem niet genoeg op om van te kunnen leven.

3 Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.

Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
De onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt wordt beschreven.

In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
De boodschap wordt verschuilt achter het stokje. Dit noem je een allegorisch verhaal. Dit betekend dat het verhaal een tweede betekenislaag heeft met veel metaforen waarbij het stokje voor prins Maurits.

Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven?
Met het gedicht wil hij zeggen dat prins Maurits de verkeerde keuze heeft gemaakt. Johan van Oldenbarnevelt is ten onrechte onthoofd. Hij heeft een enorme hekel aan hem en dat is de reden waarom dit gedicht een hekelgedicht wordt genoemd.


 Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
Je kunt het stokje tegenwoordig nog bekijken in het Rijksmuseum in Amsterdam.



P.C. Hooft
1. Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie.
Pieter Corneliuszoon Hooft had humanistische ideeën.
Ø  Zo vond hij dat leidinggevenden het landsbelang boven eigenbelang stellen.
Ø  Hij vond ook dat egoistisch gedrag alleen slechte gevolgen kon hebben zoals hij in zijn stuk Warenar.
Ø  In zijn stuk Geeraert van Velzen kon je merken hoe erg hij tegen bedriegers was en tegen geweld.
Ø   
2.a Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrecht in dit lied.
Sijbrech: Ze wil heel erg graag met Jan trouwen, maar ik heb het gevoel dat hij dat niet wil. Ondanks dat hij niet hetzelfde voelt; probeert ze hem te dwingen van haar te houden. Ze zoekt immers echte liefde.
Jan: Hij is dus niet zo verliefd als Sijbrech en volgens dit gedicht kan de liefde het niet volhouden als het maar van een kant komt. Dat is de rede waarom hij geslagen wordt. Dus als liefde van beide kanten moet komen en zij hem slaat moet hij haar ook maar slaan:’Wel verdraagt dan ook mijn smijten’.

b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Ware liefde zal nooit eindigen.
Ø  ‘Reine liefd’= ware liefde
Ø  Kan niet vergaan= kan niet eindigen,

3. Ga naar http://home.hetnet.nl/~corpetrus/dichters/FrancescoPetrarca.htm en lees sonnet 134 en sonnet 292.
a. Vergelijk deze sonnetten met ‘Mijn lief, mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft, dat in het Terzijde bij deze pagina (Hooft op vrijersvoeten) is opgenomen). Zie je overeenkomsten of verschillen?
De sonnetten hebben allebei hetzelfde rijmschema, maar hun rijmschema wijkt af van ‘Mijn liefn mijn lief, mijn lief’ van P.C. Hooft.
Verder gaat het allebei over de liefde.

b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
Ja, want een sonnet heeft veertien regels. Verder werd er in de renaissance in tegenstelling tot de jaren ’80 sonnetten sonnetten geschreven waarin bekende gevoelens in werden geschreven; men gebruikte andermans werk en herschreef het in hun eigen stijl (imitatio).



Constantijn Huygens
A.     Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers  en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken.
Het doel is een uitputtende opsomming van alle stukken die bij het komisch toneel horen. Omschrijf daarbij wat jij tijdens jouw onderzoek onder komisch toneel hebt verstaan.
Naam stuk
Korte beschrijving
Auteur
uitgever
verschijningsdatum
De Wanhébbelyke Liefde
In dit stuk staat een heel andere burgelijke regel centraal. Namelijk dat een huwelijk tussen ‘geliefden’ met sterk verschillende leeftijden ongepast is.
J. Noseman
Nil Volentibus Arduum
1678
De klucht van de koe
Het gaat over hebzucht en goedgelovigheid
G.A. Brederoo
Uitgeverij: Taak & teken Leeuwarden
1612
Tryntje Cornelis
Met een uitgewerkte intrige en een hechte structuur verdeelt in vijf delen.
Constantijn Huygens
-
1653
De molenaar
-
G. A. Brederoo
-
1618
Over-Ysselsche Boere-Vryagie
Een boerenklucht
annoniem
-
Eerste helft 17e eeuw
Hans van Tongen
Hans is samen met nog twee schilders aan het werk in een huis. Als hij de eigenares ziet, is hij op slag verliefd. Daar maken zijn collega’s misbruik van door hun bij elkaar te brengen en vooraf zijn echtgenote te waarschuwen en hun te betrappen.
Jillis Noozeman
-
1644
Klucht van Hans Keyenvresser
-
Willem Godschalck van Focquenbroch.
Jackob Vinkel
1665
De gramschrap
-
Willem Ogier
-
1645
Den Dolenden Pelgrim
-
Joan de Grieck
-
1670




Komisch toneel: ook wel bekend als een klucht, is een kort toneelstuk gekenmerkt door overdreven grappige situaties.
Zoekstrategie: Allerlei  woorden intikken op Google zoals:
Ø  Kluchten 17e eeuw
Ø  Komisch toneel 17e eeuw
Ø  Verder kun je op wikipedia allerlei kluchten schrijvers vinden. Als je die weer intikt op google en dan weer op wikipedia of andere sites, kun je bij zijn werken kijken en voila.

B.    Leg uit wat een puntdicht is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.

Puntgedicht: ook wel epigram genoemd, is een kort gedicht waarin een bepaald onderwerp/iets op een spottende/grappige manier wordt uitgedrukt.

Drucker.

Van 'tKeiserlicke Hof tot de Schaepherders Kluijs
Tracht ijeder vred' en vreughd en vrijheit te gewinnen;
Ick ben de man alleen van averechtse sinnen,
Die staegh om perssing en om druck wensch in myn huijs
(5, p. 49)

Quacksalver.

Ick steeck mijn' stouten voet in der Doctoren Schoen,
En danss'er met voor 'tvolck, soo dat het oude seggen
Door mijn' vertieringen licht is om wederleggen:
Wat dunckt u, Boeren, is 't met seggen niet te doen?
(6, p. 60)

C.    Schrijf twee originele puntdichten

1.     Hij die wacht, zal lang wachten
Want wil je macht dan moet je werken
Niets komt naar je toe, je zult het merken
Ben je te lui dan maar smachten


2.     Waarom ben je zo bijgelovig?
Ga maar verder dromen
En alleen het goed zal je overkomen

Bijf hard werken en wees niet hebberig

woensdag 28 mei 2014

Brief Vera Dalm


Chaima Hauhau
Meidoornlaan 203
1382XA Weesp

Weesp, 28 mei 2014
 
Vera Dalm
Jan Tooropstraat 40
1382VB Weesp

 

Betreft: Het scheiden en het schoon inleveren van plastic afval.


Geachte Mevr. Dalm,

Ik wou u wat vragen stellen over het scheiden en het schoon inleveren van plastic afval. Na het artikel te hebben gelezen dat door u is geschreven viel mij op dat het ophaalsysteem inderdaad een goed idee is. De meeste mensen zijn best lui en denken er nooit aan om afval te gaan scheiden. Als het afval scheiden makkelijker wordt gemaakt is de kans groot dat ze het gaan proberen en een tijdje later wordt het vanzelfsprekend.

Het enige probleem is dat we dan veel bepaalde voertuigen moeten regelen en met de economische crisis is dit niet echt haalbaar. Onze prioriteit is in eerste instantie om uit de recessie te komen en dan kunnen we het hebben over een nieuw beleid. Ik snap dat het milieu erg belangrijk is, maar op kort termijn is de economie toch belangrijker. Zonder een goede economie zal dit beleid niets worden. Misschien hebben we toch wel het geld om dit beleid door te voeren, maar naast het milieu moet er ook veel aandacht gevestigd worden in het onderwijs aangezien dat onze toekomst is. Ik spreek niet alleen voor mijzelf als ik dit zeg, maar de meeste mensen kijken nou eenmaal niet zo ver in de toekomst. De kans dat dit beleid wordt doorgevoerd is klein.

Aan de andere kant zou dit beleid niet zo heel veel geld kosten en kan het wel mogelijk zijn, maar ik weet van mezelf dat ik geen afval scheidt omdat ik nou eenmaal meer aan me hoofd heb. Als er een ophaalsysteem komt weet ik niet of ik dan wel opeens afval ga scheiden, maar ik heb een groot gevoel dat ik dat niet zal gaan doen. Ik heb wel mensen die in mijn flat wonen die onze buurt altijd schoon houden. Die mensen zouden mij makkelijk kunnen overhalen, omdat ik veel respect voor hun heb. Ik hoop dat u snapt waarom ik twijfel aan dit systeem en ik hoop dat u me dit kunt uitleggen.

Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,

Chaima Hauhau

maandag 12 mei 2014

Mijn mening

In deze post ga ik vertellen wat mijn mening is van het boek 'Heren van de Thee' door Hella S. Haasse. De opdracht was een discussie, maar aangezien ik de enige persoon was in de klas met dit boek is het moeilijk om met mezelf te discussiëren. Dit is waarom ik nu mij mening opstel van dit boek met een paar argumenten voor en tegen met uiteindelijk een conclusie aan het eind.

Het boek 'Heren van de Thee', geschreven door een al vaker bekroonde schrijfster was naar mijn mening een goed boek om te lezen. De redenen die ik hiervoor geef zijn dat het een mooi verhaal had over een familie die uiteindelijk uit elkaar drijft. Ik ben een grote fan van veel drama en dit boek zit er vol mee. Wat ik minder aan het boek vond was dat er veel personages in voor kwamen en dat was soms best  lastig om ze allemaal uit elkaar te halen. Andere redenen zijn dat ik het hele thema Indonesie en de plantages mij niet interesseren. Ik houd van populaire nieuwe boeken van deze tijd en dus geen geschiedenis boeken. Het verhaal waarbij Rudolf in de schaduw van zij broer gehouden wordt en het gebeuren van Jenny vond ik wel interessant omdat ik nou eenmaal een fan ben van drama. De schrijfstijl die Haasse gebruikten vond ik geweldig, omdat het het lezen makkelijker maakte. De beschrijvingen van de omgeving vond ik ook geweldig. Het leek net alsof er zich een film afspeelde in mij hoofd. Dit heb je niet met elk boek en dat maakte dit boek een goed boek.
Om het allemaal kort samen te vatten; ik vond het een goed boek, maar ik zou het nooit zelf hebben gekozen omdat het zich afspeelde in de koloniale tijd, vroeger dus, en ik houd niet van boeken die gebaseerd zijn op iets van vroeger. Wel bleek het beter te zijn dan ik had verwacht, maar jammergenoeg niet zo veel beter.

maandag 5 mei 2014

Hella S. Haasse: Heren van de Thee

Titel: Heren van de Thee
Auteur: Hella S. Haasse
Jaar uitgave: 1992
Uitgeverij:Querido's Uitgeverij B.V.
Aantal pagina's: 332

Samenvatting
Het boek draait voornamelijk om Rudolf Kerkhoven, voor wie het eigenlijk al zijn hele leven duidelijk is, wat hij later wil gaan doen. Net als zijn ouders en een heleboel andere familieleden vertrek hij na zijn studie naar Java. Maar het lijkt wel of Rudolf daar niet echt welkom is; hij moet bij een oom het theevak leren en als z’n ouders een opzichter aannemen, wordt het hem duidelijk dat ze hem niet nodig hebben om hun theeplantage. Dat is een grote teleurstelling, hij meent namelijk nogal wat verplichtingen te hebben als oudste zoon. Na z’n leerperiode moet hij dan maar zelf iets gaan zoeken. Hij kiest voor Gamboeng, een mooie maar verwilderde koffieplantage midden in de rimboe. De ontginning en het planten van nieuwe theestruiken is een heel werk, maar uiteindelijk lukt het hem toch. Ondanks het teleurstellende resultaat van z’n proeftuinen, krijgt hij toch erfpacht voor 75 jaar.
Op een dag ontmoet hij bij z’n zus Cateau een van haar vriendinnen, Jenny Roosegaarde Bisschop. Hij is meteen verliefd, maar de trouwerij moet nog een tijdje worden uitgesteld omdat Jenny nog geen 18 is. Rudolf is dolgelukkig met z’n echtgenote, maar heeft helemaal niet in de gaten dat zij zich helemaal niet zo thuis voelt op Gamboeng. Wanneer Rudolfs ouders vanwege de oogziekte van zijn vader terugkeren naar Nederland, krijgt zijn jongere broer, August de leiding over de achtergebleven plantage. Rudolf voelt zich enorm benadeeld. In de loop van de tijd gaat het steeds bergafwaarts met Jenny, ondanks de geboorte van vier zoons en een dochter. Rudolf heeft nog steeds niks door.
Als hij na de dood van zijn vader zijn aandeel in Gamboeng probeert over te nemen, voelt hij zich 
van alle kanten tegengewerkt. In werkelijkheid valt het allemaal nogal mee, maar dat kan hij zelf niet 

inzien. Daardoor verslechteren de relaties met zijn familie aldoor. Om ze eens te laten zien wat hij waard is koopt hij een nieuw stuk land, Malabar en later ook nog Negla en Taloen. Vanaf dat moment gaat het fantastisch en het geld lijkt binnen te stromen alsof het niks is. De vier zonen hebben inmiddels hun studie in Nederland afgerond en Jenny vertrekt met haar dochter naar Europa. Pas wanneer zij weer terugkeren wordt het Rudolf duidelijk hoe erg Jenny veranderd is. Maar dan is het al te laat, een arts stelt vast dat ze geestesziek is. Op een dag sterft ze zogenaamd aan een hartverlamming, maar in werkelijkheid heeft ze zichzelf vergiftigd.
Het laatste hoofdstuk gaat helemaal over het afscheid van Gamboeng. Pas dan realiseert Rudolf zich dat hij alles bereikt heeft wat hij wilde, maar dat is ten koste gegaan van zijn vrouw, huwelijk en de band met zijn familie. 


Auteur
Hella S. Haasse (1918-2011) Biografie
Nederlandse schrijfster
Hella Haasse Grote OntmoetingenDe Nederlandse schrijfster Hella S. (Hélène Serefia) Haasse werd in 1918 geboren te Batavia in Nederlands-Indië. Na haar eindexamen aan het lyceum kwam Hella Haasse naar Nederland. Zij studeerde korte tijd Scandinavische talen, waarna zij zich inschreef voor de Amsterdamse Toneelschool. In 1943 deed zij haar eindexamen aan deze school. Na haar huwelijk met J. van Lelyveld in 1944 stopte Haasse met optredens.


Nederlands-Indië
Haasse debuteerde in 1945 met de gedichtenbundel "Stroomversnelling". Haase verwierf grote bekendheid met de novelle "Oeroeg", dat het boekenweekgeschenk was in 1948. Het verhaal speelt zich af in Nederlands-Indië en beschrijft de jeugd van een Nederlandse en een Indische jongen.
De schrijfster heeft een voorkeur voor historische onderwerpen.


Erkenning
Hella Haasse werd in 1981 onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs. In 1984 werd de P.C. Hooftprijs aan haar toegekend. Naast romans en novellen schreef Haasse essays en gedichten. Haar werk werd onder meer vertaald in het Frans en Engels.


Bentinck
Ze schreef ook de boeken "Mevrouw Bentinck of onverenigbaarheid van karakter" (1978) en "De groten der aarde of Bentinck tegen Bentinck". Op basis van deze boeken werd een televisieserie gemaakt, die handelde over de hoofdpersoon Charlotte Sophie van Aldenburg, die trouwde met Willem Bentinck.


Boekenweekgeschenk
In 1948 was "Oeroeg" als cadeau door de boekverkopers weggegeven. Voor 1959 werd Hella Haasse uitgenodigd om haar tweede boekenweekgeschenk te schrijven; dat werd "Dat weet ik zelf niet". Voor 1994 schreef ze het boekenweekgeschenk "Transit". Deze beide boekjes gaan over jongeren en hun problematiek.


Belangrijke boeken van Hella Haasse
Andere belangrijke boeken van Hella Haasse zijn: "De verborgen bron" (1950), "De scharlaken stad" (1952), "Zelfportret als legkaart" (1954), "De Ingewijden" (1957), "Cider voor arme mensen" (1960), "Een nieuwer testament" (1966), "Persoonsbewijs" (1967), "Berichten van het blauwe huis" (1986), "Heren van de thee" (1992), "Een handvol achtergrond" (1996), "Zwanen schieten" (1997), "Sleuteloog" (2002) en "Het tuinhuis" (2006).
Hella Haasse overleed in september 2011 op 93-jarige leeftijd in Amsterdam.

Bron: http://www.cultuurarchief.nl/literatuur/data/haassehellas.htm


Recensie: http://www.ingeleest.nl/recensie/hella-s-haasse-heren-van-de-thee/


Opdrachten

1. Het eerste motto uit de roman is een fragment uit een brief van Bertha de Rijck van der Gracht-Kerkhoven aan haar broer Karel Kerkhoven, 1959:
“Je zegt: die brieven zijn geschiedkundig niet van belang. Misschien niet. Maar het is toch ook 
een feit dat het nageslacht dikwijls het meeste heeft aan de 'sidelights', die een veel klaarder beeld geven van de toen heersende toestanden, en vooral van de toen gangbare opvattingen, dan bij voorbeeld een serie cijfers. De zaken zijn dood, en kunnen niet herrijzen, maar de personen 
kunnen voor ons weer leven als we vernemen wat ze dachten en voelden.”

Verklaring van dit motto:
Het is een quotatie uit de brievenwisseling tussen een dochter en zoon van de hoofdpersoon. Karel 
Kerkhoven heeft geschreven dat hij de brieven niet geschiedkundig van belang vindt, maar zijn zus het er duidelijk niet mee eens. Uiteindelijk blijkt dat Bertha gelijk had.
De "sidelights" laten zien hoe de rangorde binnen de familie de Holle's en Kerkhoven liggen. Hoe ik het zie in de laatste zin is dat de zaken alleen kunnen verbeteren als ze de personen met respect behandelen in plaats van alleen aan geld te denken.


2. De verhoudingen tussen de Nederlandse kolonisten en de inlanders lagen heel precair. Het was zaak in een goede verstandhouding met de plantagewerkers samen te werken, maar het 
vereiste ook daadkracht en standvastigheid. Sommigen waren van mening dat alleen autoritair leiderschap de inlanders tot werken aan kon zetten, anderen pleitten voor een socialer en rechtvaardiger aanpak. Ook hierover vind je in de roman de meningen verdeeld.
Vergelijk de visies hierop van Van der Hucht, de Holles en Rudolf.
Er wordt door de mannen gesproken over Eduard Douwes Dekker, die onder het pseudoniem Multatuli, de roman Max Havelaar schreef, waarin hij de uitbuiting van de inlandse bevolking aan de kaak stelde. Over diens visie waren ook de meningen verdeeld. Verwerk de opvat- tingen over Multatuli in de beantwoording van deze vraag.
Baseer je op p. 37-41, 66-67, 74-78, 111-112, 115-117, 121.

Antwoord:
De Holles respecteerde de inlanders heel erg en is zelfs bevriend met hun. In het boek staat:"Karel Holle gaat te ver naar mijn smaak. Die heeft als boezemvriend een mohammedaanse godsdienstleraar, ook een aristocraat, met aangename manieren, maar men weet het nooit." Dit werd gezegd door Van der Hucht en dat betekend dat zijn visie zowat tegengesteld is aan dat van Holles. Van der Hucht is een harde man die niet snel sympathie zal tonen, maar hij is wel rechtvaardig en eerlijk. Zo vind hij dat Douwes Dekker gelijk heeft in de meeste opzichten, maar de manier waarop hij dat allemaal wil gaan verbeteren vind hij geen goede manier. Hij vind dat het geheel systeem moet veranderen op een manier waardoor de Hoofden en de inlanders allebei krijgen wat ze willen, een compromis. Rudolf lijkt in dit gesprek niet echt een mening te hebben. Hij komt een beetje over als naïef, maar later veranderd dat drastisch. Hij vind het Bataviaans volk erg brutaal dus mag hij streng optreden wanneer dat nodig is./In het kort is Holles “links”, Van der Hucht “rechts’ en veranderd de naïeve Rudolf in een “rechts” om het op een politieke manier te zeggen.

3. Geef een karakterschets van Rudolf. Verwerk hierin ook de boodschap die Rudolf haalt uit de drie favoriete verhalen van zijn grootmoeder,                                                         p. 29-33. Baseer je verder op p. 24-25, 36, 148, 256, 278.

Antwoord: Rudolf komt over als een oprechte aardige man die alleen erkenning wil van zijn  ouders en om dat te krijgen verliest hij zijn vrouw en zijn gezin. Dat is de korte samenvatting van zijn leven om het zo maar te zeggen. Hij was eerst een lieve jongen, net afgestudeerd die een grote toekomst voor zich had. Hij wou een eigen theeplantage besturen om zijn ouders trots op hem te maken aangezien hij zijn vaders droom wou laten uitkomen. Hij veranderd gedurende het boek, maar dat is logisch omdat iedereen nou eenmaal veranderd narmate hij of zij ouder word. Rudolf kun je beschrijven als ambitieus, koppig, zuinig, wilskrachtig en eigenwijs. Hij verdiept zich zo diep in de ‘business’ dat hij zijn familie helemaal vergeet.


4. Geef een karakterschets van Jenny.
Baseer je op p. 150-156, 161, 163-164, 167, 176-177, 186, 196-198, 203, 205,
208-209, 222, 241, 255, 271-277, 280-283.

Antwoord: Jenny Kerkhoven – Roosegaarde Bisschop is een gecompliceerde personage in het boek. Ze is nog erg jong wanneer ze in het huwelijksbootje stapt samen met Rudolf. Narmate ze verder in het huwelijk is, is haar enige wens ontspanning wat haar niet gegund wordt. Dit zorgt ervoor dat ze erg depressief raakt en uiteindelijk pleegt ze zelfmoord. Dit maakt haar best naïef door het feit dat ze wist dat Rudolf een groot bedrijf wou opstarten en doordat zij nog veel te jong was om in een huwelijk te zijn.

5. De verhouding tot zijn ouders is nooit soepel geweest en in 1894 geraakt Rudolf in conflict met zijn familie. Geef aan waarop dit conflict is gebaseerd en wat de gevolgen ervan zijn.
Baseer je op p. 237-250, 255-258, 266-267, 272.

Antwoord: Na het overlijden van zijn vader wil Rudolf graag de aandelen kopen van Gamboeng die zijn vader bezat. Ook wil hij een hoger salaris omdat hij al vanaf het begin een salaris krijgt waar hij nog maar net mee kan rondkomen. Zijn jongere broer August, die de plantage van zijn ouders heeft overgenomen, krijgt al het dubbele. Dit lijd tot een grote ruzie in brieven van Nederland naar Java. Door de ruzie krijgt Rudolf steeds minder vertrouwen in zijn familie. Hij denkt dat ze niet in hem en zijn plantage geloven. Hij had deze gevoelens al eerder maar hij drukte ze weg omdat hij dacht dat hij vast fout zou zitten. Voor Jenny heeft dit ook gevolgen. Zij was goed bevriend met Cateau, de zus van Rudolf. De man van Cateau heeft ruzie met Rudolf over de aandelen van Gamboeng en hierdoor kunnen zij eigenlijk niet meer met elkaar praten, het verpest een hele mooie vriendschap.

6. Aan het einde van de roman staat Rudolf in Gamboeng aan de rand van het oerwoud. Hij neemt afscheid van zijn plantage om zich met zijn dochter Bertha te gaan vestigen in Bandoeng. Rudolf overdenkt zijn leven. Hij heeft een aantal zeer goed lopende ondernemingen, waarvoor hij zich zijn hele leven heeft ingezet. Toch heeft hij de vol- gende overpeinzing: ‘Maar die trotse zekerheid bezat hij niet meer. Sinds hij Jenny verloren had, vroeg hij zich af of er waarheid school in wat zij hem zo vaak in drift voor de voeten had gegooid: dat hij alles, zijn leven en het hare, en de jeugd van hun kinderen, had opgeofferd aan de verwoede geldingsdrang die hem maar deed sloven en slaven, en aan zijn onvermogen bejegeningen te vergeten en te vergeven in welke hij een belediging of minachting meende te proeven.’ (p. 288) Schuilt er waarheid in deze overpeinzing?


Ik ben van mening dat deze overpeinzing inderdaad  klopt. Rudolf heeft zijn hele leven gegeven aan zijn plantages. De plantages waren alles voor hem en dat maakte hem blind voor wat er allemaal gebeurde met zijn vrouw Jenny die steeds zieker werd. Als hij meer zijn best had gedaan voor zijn familie en als hij een balans kon vinden tussen zijn carrière en zijn familie was hij nu veel gelukkiger geweest.
Rudolf wou zichzelf bewijzen bij de andere heren van de thee. Dit leidde tot verwaarlozing van zijn familie. De relatie tussen hem en zijn ouders is ook niet echt geweldig. Rudolf werkt hard en doet er alles aan om erkenning te krijgen van zijn ouders, maar het maakt hun niets uit. Het lijkt alsof August, zijn jongere broer, wordt voorgetrokken en hoe hard hij ook werkt, hij zal nooit het vertouwen en de eer krijgen die hij verdient.
Aan het einde realiseert Rudolf zich eigenlijk dat het feit dat hij zich minderwaardig voelde , waardoor hij zich constant wou bewijzen. Er voor heeft gezorgd dat hij vervreemd is van zijn familie en hij ze eigenlijk als een soort vijanden ziet.



dinsdag 4 maart 2014

Extra opdracht

Opdracht 1
1. Ik heb de tekst gelezen.
2. Empatisch vermogen: het aanvoelen van anderen, het invoelen van gebeurtenissen.

Opdracht 2

Stelling Klopt het? Want in de tekst staat ...
1 Door het lezen van verhalen kunnen
mensen zich beter inleven in anderen.
Ja / Nee, want in de tekst staat:"Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
2 Door het lezen van gedichten kunnen
mensen zich beter inleven in anderen.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Door het lezen van romans en poëzie kunnen mensen zich beter inleven in anderen."
3 Dat mensen zich beter in anderen
kunnen inleven, kun je zien aan hun
gezicht.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Direct hierna volgden tests waarbij zij onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden."  Dus om erachter te komen of mensen inderdaad zich beter kunnen inleven door boeken te lezen werden bepaalde mensen getest waarbij ze onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden.
4 De proefpersonen kregen willekeurige
teksten te lezen.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Sommige vrijwilligers lazen Tsjechov, andere lazen verhalen van ‘mindere’ literaire statuur." Dit betekend dat er goed nagedacht is wat voor soort teksten de proefpersonen kregen om te lezen. Dit om te kijken of daar ook verschil in zat: "Mensen die 
literaire fictie lazen, scoorden het hoogst. 
5 In literaire fictie komen mensen met 
een meer ingewikkeld karakter voor.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat literaire fictie geslaagde karakters beschrijft, maar ook dat niet-literaire fictie meer voorspelbaarder is en dat betekend dus dat literaire fictie minder voorspelbaar en dus ingewikkelder.
6 In literaire fictie gedragen de personen
zich onvoorspelbaar.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat in niet-literaire fictie de karakter meer voorspelbaarder waren (Bij 
populaire fictie is dit volgens de onderzoekers minder het geval, omdat de hoofdpersonen zich een stuk voorspelbaarder gedragen.) , maar dat betekend niet per se dat in literaire fictie de karakters helemaal onvoorspelbaar. Dus in literaire fictie zijn de karakter minder voorspelbaar en dus niet helemaal onvoorspelbaar.
7 Het was al bekend dat lezers van
literatuur een groter empathisch
vermogen hadden.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat in eerder onderzoek  het niet duidelijk was of de mensen een groter empathisch vermogen hadden door het lezen van literaire fictie.
8 Dit Amerikaanse onderzoek vertelt
niets nieuws.
Ja / Nee, want in de tekst staat: "Dit is het eerste onderzoek dat een direct causaal verband tussen literatuur en empathisch vermogen aantoont." 
9 Het is zeker dat empathische mensen
meer literatuur lezen.
Ja / Nee, want in alinea 4 staat dat in eerder onderzoek het onduidelijk was of empathische mensen meer literaire fictie lezen en daarvoor werd verteld: "Dit is het eerste onderzoek dat een direct causaal verband tussen literatuur en empathisch vermogen aantoont" Dat betekend dat ze het nu wel zeker weten, maar in eerder onderzoek dat onduidelijk was.
10 Het is hard nodig dat de waarde van
literatuur wordt aangetoond.
Ja / Nee, want in de tekst staat : "De wetenschappers hopen met dit onderzoek de educatieve en maatschappelijke waarde van literatuuronderwijs aan te tonen. Dit vinden zij hard nodig, want romans lezen daalt al jaren als vrijetijdsbesteding."
11 Een blijvend effect van het lezen van
literatuur is niet aangetoond.
Ja / Nee, want in de tekst staat : "‘Wat zijn de langetermijneffecten van literatuur lezen?' ". De organisatiepsycholoog vroeg zich dit af.
12 Alleen literatuur vergroot het
empathische vermogen van de mens.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat er een verband is tussen het lezen van literaire fictie en het empathisch vermogen. Dat betekend niet per se dat alleen literatuur het empathisch vermogen van een mens vergroot.
13 De beschrijving van de gelaagde
karakters is het kenmerk van literatuur
dat de empathische vermogens
versterkt.
Ja / Nee, want in de tekst staat dat onderzoekers dat denken. Dat betekent niet dat het zeker is. "De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft." Ook staat er in de tekst dat er de karakters in fictie zich voorspelbaarder gedragen en dat betekend dat de karakters in literaire fictie ingewikkelder zijn, maar dat bewijst niet dat ze beter beschreven zijn.

Brief

Geachte heer/mevrouw,

Ik ben Chaima Hauhau, een leerling hier op het Vechtstede College, en ik vroeg me af of er wat gedaan kan worden aan de culturele voorzieningen hier op school.
Het is mij opgevallen dat er niet meer zoveel gedaan wordt aan culturele voorzieningen in het bijzonder muziek en film. In mijn oogpunt wordt er veel gedaan aan toneel met als voorbeeld de voorstellingen die elk jaar worden gehouden terwijl de leerlingen maar tot aan hun derde jaar muziek krijgen. Verder doen we ook niet zoveel aan film behalve dat de leraren wel eens in de zoveel tijd een filmpje in de les laten zien. We besteden wel veel tijd aan literatuur. Zo moeten alle leerlingen boeken lezen en daarvan boekverslagen maken. Ook is er een schoolkrant die gemaakt wordt door leerlingen, maar muziek en film blijven in de schaduw staan.
Ik wil dit graag veranderen en niet alleen voor de leerlingen nu, maar ook voor de toekomstige leerlingen van het Vechtstede College. Iedere leerling moet verschillende dingen meekrijgen als het gaat om culturele voorzieningen. Daarmee bedoel ik dat iedereen evenveel muziek, film, toneel en literatuur moet hebben gehad. Ik weet dat er ckv lessen worden gegeven, maar in die lessen besteden we meer tijd aan kunst en toneel. De leerlingen moeten veel kennis opdoen en niet alleen van bepaalde culturele aspecten, maar van alles een beetje. Volgens de Britse filosoof Roger Scruton is cultuur belangrijk omdat het je onderscheid leert maken tussen waar en onwaar, smaakvol en smakeloos. Door het collectivisme, socialisme en politieke correctheid van de afgelopen decennia is het vermogen tot onderscheid maken ernstig ondermijnd. Ik hoop dat u snapt waarom we meer aan cultuur moeten doen op school. Alvast bedankt.

Met vriendelijke groet,
Chaima Hauhau V4B






















Boekverslag: Eclips door J.Bernlef

Titel: Eclips
Auteur: J.Bernlef
Jaar uitgave: 1993
Uitgeverij: Em. Querido's Uitgeverij B.V
Aantal pagina's: 168

Samenvatting


Kees Zomer rijdt op een dag met zijn auto het water in. Wonder boven wonder overleeft hij het ongeval, maar hij houdt er wel een hersenbloeding aan over. Als gevolg van deze hersenbloeding werkt de linkerhelft van zijn hersenen niet meer en heeft hij geen gevoel meer in zijn linker lichaamshelft. Verward loopt hij door een weiland tot hij bij een huis aankomt. De bewoners denken dat Kees een zwerver is en hij wordt hardhandig weggewerkt. Na een lange wandeltocht valt hij op de grond in slaap. Zodra hij weer wakker wordt ziet hij een radio staan. Hij zet deze aan en krijgt langzaam maar zeker weer het gevoel in zijn lichaam terug. Als hij de radio weer uitzet, dan wordt het gevoel weer minder. De eigenaar van het tuinhuisje, waar Kees lag te slapen, stuurt hem weer weg. Kees loopt verder en komt terecht bij een cafetaria, waar hij kennis maakt met Toos. Ze besluiten samen verder te gaan. Op hun weg eten ze uit vuilnisbakken en overnachten ze op een bouwplaats.De volgende dag begeven ze zich naar een vuilstortplaats. Toos vindt een naaimachine en besluit deze te verkopen. Kees blijft achter op de vuilstortplaats. Plotseling hoort Kees een auto. Er stappen twee mannen uit die rommelen met kentekenplaten. Kees wordt ontdekt en de mannen, genaamd Cor en Karel, nemen hem mee naar het autokerkhof. Ze eisen van Kees dat hij het autokerkhof bewaakt en voorkomt dat nieuwsgierigen het terrein betreden. Gedurende deze tijd krijgt hij steeds meer het gevoel in de linkerhelft van zijn lichaam terug. Op een nacht nemen Cor en Karel Kees mee in hun auto naar een klus. Kees dient bij een boerderij op wacht te gaan staan. Cor en Karel stelen de motor van een auto en gooien deze in de laadruimte van hun eigen auto. Op de terugweg wordt Kees door de mannen uit de auto gegooid.Kees wordt de volgende ochtend door een onbekende man gewekt. De man stelt zich voor als IJe en hij neemt Kees mee naar zijn huis. Het is een grote rommel en IJe vertelt dat hij zijn geld verdient met de ruil van allerlei spullen voor natuurproducten. Af en toe krijgt hij iets van de boeren uit de omgeving. Om te kunnen douchen mag hij iedere zaterdag gebruikmaken van de douche in het lijkenhuisje op het kerkhof. Samen met IJe gaat Kees naar het lijkenhuisje. Als IJe onder de douche staat vertrekt Kees weer.Op zijn weg 'neemt' Kees een fiets mee, die niet op slot staat. Hij komt uit bij een boekhandel. De eigenaar herkent Kees, maar heeft al snel in de gaten dat Kees niet 'de oude' is. De hoofdpersoon vertrekt weer en fietst in de richting van Bergen. Hij eet een patatje uit een vuilnisbak en wordt uitgescholden door een groep jongeren.Een agent vindt Kees op het strand en neemt hem mee naar het politiebureau. Daar wordt hem verteld dat hij al een week wordt vermist. Zijn vrouw komt hem uiteindelijk weer ophalen. 





Schrijver


Nederlandse schrijver
De Nederlandse schrijver J. Bernlef werd geboren in 1937 te Sint Pancras bij Alkmaar als Hendrik Jan Marsman. Het gezin woonde in Amsterdam en Haarlem. Bernlef studeerde na de hbs een half jaar aan de universiteit.

Barbarber

J. Bernlef richtte in 1958 met G. Brands en K. Schippers het literaire tijdschrift Barbarber op. Aan het begin van de jaren zestig was hij werkzaam bij een boekenimporteur in Amsterdam.

Omvangrijk oeuvre

Bernlef debuteerde in 1960 als dichter met de bundel "Kokkels". Hij heeft een omvangrijk oeuvre geschreven, dat naast gedichten bestaat uit romans, verhalen, essays en toneelwerken.
"Hersenschimmen" (1984) was een succesvolle roman. Het verhaal werd bewerkt voor toneel en in 1988 verfilmd.


Nevenfuncties

Van 1977 tot 1987 was Bernlef redacteur van Raster. Bernlef was ook als criticus van poëzie actief voor de Haagse Post. Hij bekleedde verschillende bestuursfuncties in de culturele wereld. Hij zette zich bijvoorbeeld in voor het PEN Emergency Fund. Dit fonds helpt onderdrukte schrijvers.

Onderscheidingen

De Constantijn Huygensprijs werd in 1984 aan hem toegekend. Ook werd zijn werk bekroond met de AKO Literatuurprijs en de P.C. Hooftprijs.

Belangrijke boeken van J. Bernlef

Andere belangrijke boeken van J. Bernlef zijn: "Stenen spoelen" (1960), "Stukjes en beetjes" (1965), "Het verlof" (1971), "Sneeuw" (1973), "Meeuwen" (1975), "Zwijgende man" (1976), "Anekdotes uit een zijstraat" (1978), "Onder ijsbergen" (1981), "Alles teruggevonden / niets bewaard" (1982), "Regen" (1982), "Winterwegen" (1983), "Eclips" (1993) en "Boy" (2000).



Opvallend
Het boek was in zijn geheel anders dan andere boeken. De manier waarop hij beschrijft hoe iemand na een hersenbloeding niet meer kan lezen, schrijven en praten en hoe het later allemaal terugkomt is geweldig beschreven. De hoofdpersoon in het verhaal beschrijft zijn probleem als :"Van binnen", zo probeert hij het uit te leggen, "is alles goed geregeld, maar het komt de sluizen niet meer uit, weet u". Verder ben ik ook een fan van neurologie, wat in dit boek erg belangrijk is aangezien het allemaal om de hersenen draait. 

Mening
Ik vond het een heel erg leuk boek om te lezen en ik zou meerdere boeken van Bernlef lezen, vooral omdat hij veel boeken schrijft wat veel te maken heeft met hersenproblemen. Het boek was vlot te lezen en goed te begrijpen. 

Mijn Einde
Nadat de jongeren klaar waren met hem uitschelden pakt Kees 'zijn' fiets weer en fiets verder. Hij kon weer praten, lezen en schrijven, maar wie hij was...
Hij was nog steeds zijn identiteit kwijt en hoe moet je verder als zo'n groot deel van je leven vergeten is in een flits. Verward komt hij aan bij een herberg. Hij pakt het gestolen geld uit zijn zakken en vraagt de man achter de balie om een kamer. De man antwoord netjes:"Welkom meneer bij Herberg Zonnebloem. Waarmee kan ik u helpen?"
"Ik, Kees. Kamer graag", antwoordde Kees beschaamd. Zijn spraak is nog steeds belabberd. Hij wordt rood en probeert zoveel mogelijk rond te kijken in de hoop dat de meneer achter de balie zijn rode gezicht niet opmerkt. De man merkt het jammer genoeg wel, maar gaat er verder niet op in. "Kamer 215 is nog vrij, hier hebt u de sleutel. Als u nog wil profiteren van het gratis ontbijt adviseer ik u om acht uur op te staan." Kees zou graag een normale maaltijd op willen hebben en terwijl hij naar zijn kamer loopt begint er wat terug te komen. Kees staat voor de deur van zijn kamer en de naam Marion begint door zijn hoofd te dwalen. Hij negeert het, loopt de kamer binnen en alles wordt zwart. 
De volgende morgen wordt hij wakker door zijn wekker. Hij verward op nadat hij had gedroomd over een of andere Marion waarmee hij in zijn droom mee trouwde. Dat vond hij wel heel vreemd, maar alles was in zijn staat vreemd. Hij liep naar beneden en zag een vrouw die precies op Marion leek. Hij liep naar haar toe. "Marion, ik ben het Kees", zei hij tegen haar terwijl hij zijn normale spraak opmerkt, "Ik houd van je". De vrouw liep angstig en verward weg. "Waarom maak je mijn vrouw bang, engerd!", riep een grote sterke man. Kees liep angstig weg naar de ontbijttafel en begon te eten. 
"Halo, ik ben Nina Elshof. Ik had je net horen praten tegen Sandra. Gaat het wel goed met je?", vroeg de jonge vrouw beleefd. "Uhm, ik dacht dat ik haar kende meer niet.", antwoordde Kees nerveus. "Oke, maar als er iets is kun je het me vertellen. "Kees keek haar aan en voelde een vonk tussen hen. "Het is een lang verhaal. Ik wil niet dat je je gaat vervelen", zei Kees weer. "Vertel maar"
Kees vertelde wat er allemaal gebeurt was en Nina luisterde aandachtig. 
"En dit is hoe ik jullie moeder heb ontmoet", zei Kees tegen zijn kinderen. "Maar wie is die Marion dan?", vroeg Lena. "Er werd mij verteld dat zij mijn eerste vrouw was, maar ik herinner me alleen haar naam. Je snapt wel dat ik niet meer met haar kon blijven nadat ik stapelverliefd werd op je moeder. Je kunt je andere vragen later vertellen lieverd, we moeten nu gaan eten."


Recensie 
http://www.collegenet.nl/studiemateriaal/verslagen.php?verslag_id=10154&site=

Filmpje
https://www.youtube.com/watch?v=Ce35Lu646RE