2. Klucht van de koe –G.A. Bredero[1]
Zakelijke gegevens
Titel: Klucht van de koe
Auteur: Gerbrand Adriaensz Bredero
Uitgever:
Jaar uitgave: 1612
Aantal pagina’s: 64
Gerbrand Adriaenszoon Bredero
was zelf waarschijnlijk de beste illustratie bij het gezegde dat hij zelf
bedacht: 'Het kan verkeren.' Hoewel hij op het romantische aspect weinig geluk
had, hij trouwde niet en kreeg geen kinderen, was hij als dichter en toneelschrijver
zeer succesvol. De meeste toneelwerken van Bredero verschenen tijdens zijn
leven meerdere malen in druk, en vaak werden ze ook op het toneel gebracht door
rederijkerskamer D'Eglentier of later door de Nederduytsche Academie. Zijn
toneelwerk was nauw verbonden met de realiteit: hij situeerde veel van zijn
werk in zijn eigen geboorte- en woonplaats Amsterdam. Bredero hield niet van
hoogdravende taal en ingewikkelde constructies.
In zijn gedichten stonden
religie en liefde centraal, maar Bredero goot ook veel betogende tekst in
dichtvorm: het gedicht 'Den broeders in liefde bloeyende' is een berijmd betoog
dat zich keerde tegen de het beleid van D'Eglentier, waarvan Bredero toen nog
deel uitmaakte. Zijn belangrijkste dichtwerk is het Groot Lied-boeck, dat in
1622 postuum werd uitgegeven.
De klucht van de koe begint
met een monoloog van de Gaeuw-dief. Hij vertelt dat er in het verleden is
voorspeld dat hij op 18-jarige leeftijd gestraft zou worden voor zijn misdaden,
hij zou namelijk aan de galg sterven, maar dat is tot op dat moment nog niet
gebeurt. Volgens de Gaeuw-dief komt dit doordat hij zo'n slimme dief is.
Aan het eind van deze monoloog
komt de Gaeuw-dief aan bij een boerderij in Ouwer-kerck en hij vraagt of hij
daar onderdak kan krijgen. De boer gaat akkoord en vertelt uitgebreid over hoe
lekker zijn vrouw kan koken. Tevens vertelt hij over de dikke koe die hij
heeft, en dat hij niet zou weten wat hij zonder deze koe zou moeten. Hij vraagt
waar de Gaeuw-dief morgen heen gaat en deze antwoordt de volgende ochtend vroeg
naar Amsterdam te willen vertrekken.
Dan verschijnt de Optrecker
ten tonele. Ook hij begint met een monoloog, dat vooral over vrouwen gaat. Aan
het eind van zijn monoloog belandt hij bij 't Swarte Paert, een herberg. Hier
spreekt hij met Giertje van Vrieslant, de Waerdin, een oude bekende van hem.
Hij vraagt om een biertje, maar zij vertelt hem dat ze na 11 uur geen biertjes
meer tapt. De Optrecker weet de Waerdin toch om te praten en krijgt alsnog een
biertje.
Het is nog steeds nacht en de
Gaeuw-dief komt het toneel op met de kostbare koe van de Boer. Hij brengt de
koe naar de buitenplaats en duikt daarna zijn bed weer in.
De volgende ochtend wordt de
Boer wakker en wekt de Gaeuw-dief, die immers vroeg naar Amsterdam wilde
vertrekken. Wanneer de twee mannen onderweg zijn naar Amsterdam, beweert de
Gaeuw-dief dat hij bij iemand nog een afbetaling moet ophalen en haalt dan snel
de koe op van de buitenplaats. Hij maakt de Boer wijs dat hij de koe als
afbetaling heeft gekregen en na enige twijfel van de Boer gelooft hij hem toch.
De Gaeuw-dief vraagt of de Boer zijn koe voor hem wil verkopen op de markt en
hem daarna weer te ontmoeten in 't Swarte Paert. De Boer gaat hiermee akkoord.
Ondertussen wordt de Optrecker
wakker in 't Swarte Paert. Hij vraagt de Waerdin om meer bier, ook al is het 's
ochtends vroeg, en probeert haar te versieren. Ondanks dat zij gevleid is,
wijst ze hem af met het argument dat zij al getrouwd is.
Vervolgens wordt er aangeklopt
door de Gaeuw-dief. Hij sluit zich aan bij het gezelschap en probeert net als
de Optrecker de Waerdin te versieren, maar ook hem wijst ze af. Even later
arriveert ook de Boer bij de herberg. Het is hem gelukt de koe te verkopen en
hij overhandigt het geld aan de Gaeuw-dief. Hij biedt de Boer en de Optrecker
een biertje aan en zegt eten te gaan halen dat hij voor iedereen zal betalen.
Met de mantel van de Optrecker en zonder te betalen voor de drankjes, neemt hij
de benen.
De Optrecker en de Boer
blijven in de herberg en praten wat, totdat Keesje, de zoon van de Boer op het
toneel verschijnt. Keesje vertelt dat hun koe die nacht uit de stal is
gestolen. De Boer realiseert zich dat deze is gestolen door de Gaeuw-dief en
dat hij is beetgenomen. Hij kan zichzelf wel voor zijn kop slaan en verbaast
zich erover dat zo'n aardige man toch een dief kan zijn. De Boer en Keesje
willen op huis aan gaan, maar de Waerdin staat erop dat zij eerst betalen. De
Boer betaalt zijn drankjes en hoopt dat de Waerdin dit verhaal niet door zal
vertellen, omdat hij dan door de stadsmensen zal worden bespot. Ook de
Optrecker betaalt zijn biertjes en verlaat daarna de herberg om weer terug te
keren naar zijn vrouw.
Recensies:
1.
http://nederl.blogspot.nl/2012/08/klucht-van-de-koe-vandaag-400-jaar.html
(geen recensie gevonden van een goede site)
Inhoudelijk
Genre:
toneelstuk, komedie
Thema: list, leugens en
bedrog
Vertelwijze:
het is een toneelstuk geschreven in versregels
Ontwikkeling
personage (hoofd-): De boer wordt beschreven als een naïeve gastvrije
man. Wanneer hij erachter komt dat hij is beetgenomen door de slimme Gaeuw-dief
is hij verbaast over hoe iemand zo aardig overkomt een dief is. De boer wil
bovenal voorkomen dat iemand erachter komt hoe erg hij is beetgenomen. De boer
is dus iets wijzer geworden en je kunt merken dat wat mensen over hem denken
erg belangrijk voor hem is
Motieven:
hebzucht, maatschappijkritiek
Mening
Ik vond het een erg leerzaam en grappig verhaal/toneelstuk. Het was leerzaam in de zin dat je je eigen noodlot kunt bepalen als je er hard genoeg voor werkt wat de dief in dit verhaal zeker doet. Hoewel hij slechte manieren gebruikt om onder zijn noodlot uit te komen doet hij dit wel slim wat ik erg bewonder. Dit was ook te zien in Van den vos Reynaerde waar de vos ook onder zijn noodlot probeert uit te komen. Het boek laat verder ook zien hoe belangrijk je reputatie is in een dorp (in die tijd). Naiviteit is iets dat je amper meer tegen komt in de moderne tijd. De meeste mensen zijn uit op geld macht en de meeste zullen alles doen om dat te verkrijgen. Dat is de reden waarom je zelden iemand zal tegenkomen die een volkomen vreemde op zo'n manier zal vertrouwen.
Ik vond het een erg leerzaam en grappig verhaal/toneelstuk. Het was leerzaam in de zin dat je je eigen noodlot kunt bepalen als je er hard genoeg voor werkt wat de dief in dit verhaal zeker doet. Hoewel hij slechte manieren gebruikt om onder zijn noodlot uit te komen doet hij dit wel slim wat ik erg bewonder. Dit was ook te zien in Van den vos Reynaerde waar de vos ook onder zijn noodlot probeert uit te komen. Het boek laat verder ook zien hoe belangrijk je reputatie is in een dorp (in die tijd). Naiviteit is iets dat je amper meer tegen komt in de moderne tijd. De meeste mensen zijn uit op geld macht en de meeste zullen alles doen om dat te verkrijgen. Dat is de reden waarom je zelden iemand zal tegenkomen die een volkomen vreemde op zo'n manier zal vertrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten