woensdag 9 maart 2016

Van den vos Reynaerde -Willem die Madocke maecte

1.  Van den vos Reynaerde[1]Willem die Madocke maecte

Zakelijke gegevens
Titel: Van den vos Reynaerde
Auteur: Willem die Madocke maecte (vertaald door  Walter Verniers)
Uitgever: Walter Verniers
Jaar uitgave: 13e eeuw (vertaling: 2012)
Aantal pagina’s: 128 (in de link)
Schrijver[2]
Er is zo goed als niets met zekerheid bekend over Willem, behalve het feit dat hij beweert de auteur geweest te zijn van Madocke. Vermoedelijk ging het om een persoon uit de streek tussen Gent en Hulst. In de eerste regels van zijn 3469 versregels tellende gedicht over de sluwe vos maakt hij bekend dat hij Madocke maakte, een verwijzing naar een ander Middelnederlands verhaal. Er is een interpretatie, die er mogelijk op kan wijzen dat Madocke een in de vergetelheid geraakt of zelfs verboden verhaal is. Volgens andere interpretaties zou Madocke een verwijzing naar prins Madoc van Wales zijn, die in 1170 naar Amerika zou zijn gevaren. Deze stelling werd door Hubert Lampo in zijn essay verdedigd.
Willem die Madocke maecte wordt in het Nederlandstalig taalgebied gezien als een belangrijk auteur. Het verhaal rond Reynaert heeft namelijk buitenlandse auteurs beïnvloed en dat komt in de Nederlandse literatuurgeschiedenis niet zo heel vaak voor. Het werk werd rond 1278 in het Latijn vertaald door Balduinus Iuvenus. De Britse middeleeuwse schrijver Geoffrey Chaucer gebruikte fragmenten uit het verhaal voor zijn eigen Canterbury Tales, met name het verhaal van Cantecleer de Haan en Reynaert. In 1485 vertaalde William Caxton het gehele verhaal als The Historie of Reynart the Foxe. William Shakespeare noemde het personage Tybalt in zijn toneelstuk Romeo en Julia naar Tybeert de Kater en Goethe schreef ook over de geslepen vos in zijn fabel Reineke Fuchs.
In de laatste regels van Van den vos Reynaerde verschijnt het acrostichon "BI WILLEME", waarmee de auteur nogmaals zijn naam bevestigt.
Samenvatting[3]
Het verhaal begint met een hofdag aan het kasteel van de koning. Koning Nobel de leeuw ziet dat inderdaad alle dieren uit het koninkrijk zijn gekomen, behalve Reynaerde de vos. Wanneer de koning de opmerkt beginnen alle dieren te klagen over Reynaerde. Hij zou ze veel leed en verdriet aan hebben gedaan. Na een vurige discussie dringt Isengrijn de wolf erop aan dat Reynaerde ter dood veroordeeld moet worden. Op dat moment springt Grimbeart de das, en tevens neef van Reynaerde, woedend op een probeert zijn neef zo goed en zo kwaad als het gaat te verdedigen. Hij zegt dat Reynaerde kluizenaar is geworden, dat hij een boetekleed draagt wat zijn huid constant irriteert en sindsdien geen vlees meer heeft aangeraakt. Vlak nadat Grimbeart zijn laatste woorden heeft uitgesproken nadert een rouwstoet het kasteel. Coppe de kip is vermoord. Coppe was de dochter van de haan Cantelear. Reynaerde heeft 11 van zijn 15 kinderen opgegeten en Cantelear is woedend, net zoals de koning. Koning Nobel besluit Reinaert voor het hof te dagen.
Bruun de beer gaat naar Reynaerde toe om de boodschap over te brengen. Eenmaal aangekomen meldt hij Reynaerde wat er van hem verwacht wordt. Reynaerde verteld hem dat hij met veel plezier mee zou gaan, was het niet dat hij last heeft van een verschrikkelijke buikpijn. Hij zegt dat hij teveel honing heeft gegeten. Bruun de beer is dol op honing en lust daar ook wel wat van. Reynaerde maakt hem wijs dat er in een gespleten boom honing te vinden is. Wanneer Bruun zijn kom in het gat steekt zit hij muurvast. De dorpelingen takelen Bruun verschrikkelijk toe maar hij weet zijn hoofd toch los te wrikken. Hij verliest hierbij wel een oor een zijn wangen. Bruun laat zich zakken in de rivier en drijft terug naar het kasteel van de koning. Daar brengt hij verslag uit aan de koning.
De volgende dag gaat Tibeert de kat op weg naar Reynaerde. De koning denkt dat een sluwe kat Reynaerde z'n strekken wel door zal hebben. Alles leek volgens plan te gaan totdat Reynaerde begint over vette muizen. Tibeert lust dat wel en gaat met Reynaerde mee naar de schuur van de pastoor. Reynaerde weet dat de zo'n van de priester daar pas een strik heeft gezet omdat hij er een kip had gestolen. Tibeert komt vast te zitten in de strik en de hele familie van de pastoor begint Tibeert te slaan. Tibeert bijt de mannelijkheid van de pastoor eraf en weet zo te ontkomen.
Uiteindelijk wordt Grimbeart de das aangewezen om Reynaerde voor het hof te dagen. Dit is de laatste kans van Reynaerde om mee te gaan, anders worden hij en zijn familie vogelvrij verklaard. Grimbeart is een neef van Reynaerde, Reynaerde zal hem wel geen kwaad willen doen. Na een roerend afscheid van vrouw en kinderen gaat Reynaerde mee naar het hof. Onderweg biecht Reynaerde al zijn zonden op en ontvangt daar 40 stokslagen voor.
Aan het hof wordt Reynaerde veroordeelt tot de strop. Reynaerde zijn familie vertrekt want zij kunnen het niet aanzien dat Reynaerde opgehangen wordt. Isengrijn, Bruun en Tibeert gaan de galg vast opzetten. Op dat moment ziet Reynaerde zijn kans schoon en verteld de koning dat Isengrijn, Bruun en Tibeert een staatsgreep willen plegen. Het plan moest uitgevoerd worden met de schat van koning Hermelike. Deze schat was door Reynarde zijn vader "gevonden". Koning Nobel twijfelde eerst aan de waarheid van het verhaal, maar omdat Reynaerde zijn eigen vader als samenzweerder noemde geloofde hij hem toch. Reynaerde zei dat hij de schat gestolen had en hem ergens had begraven om het plan te verijdelen. Koning Nobel wilde meer weten over de schat, die zich volgens Reynaerde in de bron Kriekeput bij Hulsterput bevond. Koning Nobel slikt het hele verhaal als kook en scheldt Reynaerde zijn schulden vrij. Hij laat de "staatsvijanden" opsluiten. Ook verteld Reynaerde hem dat hij in de kerkelijke band is gedaan door de Paus. Om hier van af te komen moet hij een boetetocht maken. Hij zegt dat hij hiervoor helemaal naar Rome en Palestina moet afreizen. De koning laat van de huiden van Isengrijn, Bruun en Tibeert schoenen en een pelgrimstas maken. Reynaerde vertrekt en wordt tot aan zijn kasteel vergezeld door de ram Belijn en de haas Cuwaert. Hij lokt Cuwaert mee naar binnen en eet hem daar op met de res van zijn familie. Hij stopt Cuwaert's hoofd in de pelgrimstas en zegt tegen Belijn dat er een afscheidsbrief voor de koning inzit. Belijn moest maar zeggen dat hij de brief geschreven had om een goede indruk op de koning achter te laten. Belijn brengt dat tas blij naar de koning en overhandigt hem de tas vol trots. Als de koning merkt dat hij bedrogen is brult hij van woede. Hij laat de gevangenen weer los en bied zijn excuses aan. Vervolgens verklaart de koning Reynaerde en heel zijn familie vogelvrij. Natuurlijk is Reynaerde en zijn familie allang gevlogen.



Recensies:
Inhoudelijk
Genre: Middeleeuws verhaal, komedie
Thema: List, leugens en bedrog
Vertelwijze: rijmend aan een stuk door (met ritme)
Ontwikkeling personage (hoofd-): Er is niet echt een ontwikkeling van de hoofdpersoon. Reynaerde is een sluwe vos die doormiddel van zijn listen overal onderuit komt en iedereen trapt er steeds in. Hij bedenkt wel steeds slimmere listen (voor de koning een betere dan voor Tibeert bv.)
Motieven: mens en dier relatie, maatschappijkritiek
Stijl: Het is een verhaal dat vol zit met rijm en daardoor is het ook erg ritmisch. Het bevat verder veel metaforen en vergelijkingen die naar de werkelijkheid verwijzen (dieren met menselijke eigenschappen).

Mening
Ik vond het erg leuk om het verhaal 'van den vos Reynaerde' te lezen mede doordat ik bewondering had voor de sluwe vos. Wat ik het mooist vond van het verhaal was vooral hoe de schrijver dacht over de mensen in zijn tijd, de Middeleeuwen en hoe het eruit zag in die tijd. Naast bewondering voor de slimme vos, roept hij afschuw op bij me door de manier waarop hij de dieren in het verhaal te grazen neemt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten